Een zoon krijgt meningitis en sterft binnen enkele dagen. De vader is radeloos.
Dat is het onderwerp van deze novelle, die verrassend genoeg de overleden zoon als ik-figuur heeft. Het is het relaas van een rouwproces, beschreven vanuit het gezichtspunt van de zoon, wat het geheel meer afstand geeft, en hier en daar zelfs humor. Door deze afstand is het geen larmoyant boek geworden.
De vader (en de moeder ook, maar het is duidelijk dat de vader hier de protagonist is) doorloopt alle stadia van rouw: opnieuw beleven van de laatste dagen, spijt over gemiste kansen, vreugde over kleine momenten van geluk in die laatste tijd, eindeloos foto’s maken van het met paarse vlekken bespikkelde lijk, twijfel over de onontkoombaarheid van het gebeurde, twijfels over de levensdrift, of doodsdrift, van zijn zoon, zoeken in agenda, dagboek en losse briefjes naar aanwijzingen die op de naderende dood zouden kunnen wijzen. Vervolgens het regelen van de uitvaart, al die praktische beslissingen, die hij niet wil nemen, omdat hij niet wil dat zijn zoon dood is. De troostrijke gesprekken met vrienden, het zich vastklampen aan allerlei toevalligheden, die de schijn kunnen wekken dat het allemaal zo heeft moeten gebeuren, en ten slotte het uitstrooien van een deel van de as boven IJsland.
Vreemd genoeg is de stijl die van een detective, en als lezer verwacht je ieder moment een absurde of onverwachte ‘ontknoping’, die niet komt, want het boek is echt alleen maar de beschrijving van de rouw van de vader. Een rouw die, getuige het dankwoord aan het eind, is gebaseerd op de werkelijke rouw van de schrijver om zijn overleden zoon.
De novelle is vlot en, zoals gezegd, heel boeiend geschreven. Daarom is het contrast met de inhoud erg groot. Weliswaar is het verdriet, de twijfel en het obsessieve steun zoeken bij mensen en dingen heel invoelbaar beschreven. Maar toch wordt het eentonig, hoe triest ook. Ook de boodschap aan het eind, dat er uiteindellijk toch te leven valt met zo’n groot verdriet, doet daar niets aan af.
Samenvattend: een goed geschreven novelle, waarvan de beperking ligt in het te lang doorgaan op een thema dat al na een kwart van het boek uitgeput lijkt.
De vertaling is opvallend levendig, met aangenaam eigentijdse dialogen.