Het was de warmste dag van November sinds 1848, bleek later. Zaterdag 1 november, de stad was vergeven van de toeristen. Op straathoeken en trottoirs, waar maar een tafeltje kan staan of alleen wat stoelen, geniet men, de toerist, van koffie, salades, borrels en elkaar. Het lijkt wel lente, zo bruist de liefde voor alles en iedereen door de straten van Amsterdam. Ik ben op weg naar Antiquariaat Egidius aan de Haarlemmerstraat, voor een recensentenborrel van Literair Nederland.
Eerst had ik een afspraak met oudste Zoon om de stad te doorkruisen. We liepen onafgebroken en spraken over wat ons zo bezig houdt. Eerst naar – en toen door Oud-West. Later rustten we uit op een trapje aan de Brouwersgracht. Zoon at een harinkje uit een servetje. Connie Palmen liep voorbij met een boodschappentas. Ze werd in de drukte door niemand herkend, maar Zoon zag haar. Ik had het nakijken, hoe ze richting Prinsengracht ging. Aan haar rug te zien, wist ik dat zij het was. Zoon ging, na een week vakantie in Nederland, weer terug naar Londen. Hij liep de Brouwersgracht af terwijl ik hem nakeek. Waarna ik de Herenmarkt doorstak naar de Haarlemmerstraat. Daar zat een man op éénhoog in kleermakerszit in een open venster dingen te roepen waar je van opkeek. ‘Hé, schoonheid!’ Of, ‘Dag lieverd.’ Soms alleen maar: ‘Héééé…! Of Buhhh! Ook dan werd er omhoog gekeken. Wanneer je keek, zag je de man zacht heen en weer wiegen. Een wankel evenwicht dat zich steeds ten goede herstelde.
Bij het Antiquariaat staat een tafel, vlak bij de ingang, waardoor het winkelend publiek misschien denkt dat er een besloten feestje gaande is Maar zo ging dat niet. Er stonden flessen wijn en bier en allerlei hapjes. Er was muziek en het publiek, de toeristen, voelden zich vrij om binnen te komen. Sommigen dronken een wijntje mee. In Amsterdam kan alles, zullen ze gedacht hebben. De winkel bleef open tot ver na sluitingstijd. En doorbrak daarmee de stilte in de verder gesloten en donker wordende Haarlemmerstraat.
De recensenten vermaakten zich voortreffelijk. Er werd gedronken, gelachen, recensies doorgesproken. Titels en auteursnamen vlogen over en weer. Er werden boeken genoemd die toch echt gelezen moesten worden (Zonsopgangen boven zee). Er werden tips gegeven voor als je vastloopt met een recensie. Of als je het boek niets vindt. Dat je er boven moet staan als recensent, werd er geleermeesterd. Enkelen hadden elkaar direct herkend als recensent. Een enkeling vergiste zich en sprak een klant aan. Andersom gebeurde dat een klant een recensent aansprak. ‘Hello, I’m from Manhatten. I wonder if you could help me …. Antiquriaat Egidius verkoopt veel (originele) prenten en oude stadsplattegronden. Een mooie collectie. Uit de lange wand met boeken zochten de recensenten drie boeken naar keuze terwijl een violist, een cellist en accordeonist muziek van Astor Piazzolla speelden. De wijn werd nog eens bijgeschonken. Waarna iedereen, voor even gelouterd en bemoedigd, weer op huis aanging.