Met een cadeautje op weg naar zijn vrouw fietst Oek de Jong over de Dam. Hij stopt even om het straatbeeld in zich op te nemen. Niemand te zien. Leeg. Hij moet denken aan zijn oom Ad Windig, die Amsterdam tijdens de hongerwinter in foto’s heeft vastgelegd. Oorlog, vervreemding en verstilling zijn begrippen die voor altijd verbonden zullen blijven aan deze coronacrisis. 

We zijn in oorlog met het virus en gaan deze crisis eensgezind bestrijden. We sluiten de grenzen. ‘Koopt eigen waar, dan helpen wij elkaar’, klinkt de leus der solidairen. In Bergamo zoeken ze het maar uit. Wel vreselijk natuurlijk, maar helaas. Hadden zij hun zaakjes maar beter op orde moeten hebben, net als wij. Onze overheid heeft diepe zakken. Er wordt driftiger gevlagd dan ooit, al is het niet met de Europese. De mensen in de verpleging op de ic’s zijn onze frontsoldaten, onze helden. Van hun belevenissen wordt dagelijks in frontberichten verslag gedaan op tv. Ze worden toegezongen vanaf balkons, op straten en op pleinen. Helaas wijst de geschiedenis uit dat het zelden goed afloopt met soldaten. Na afloop rest er nooit veel meer dan een mooie medaille wegens betoonde heldenmoed. 

Vervreemding. ‘Zo’n klein kutschermpje!’ flapt Oek de Jong eruit als hij het heeft over een stukje in The Guardian, over het afscheid van een zoon van zijn moeder die in een verpleeghuis op sterven ligt. De verpleegkundige was zo vriendelijk de zoon proces via Skype te laten meebeleven. Zelf kreeg ik een persiflage daarop toegestuurd, geënt op de smartlap van Willy Derby uit 1930, ‘Hallo Bandung!’ Daarin bezwijkt een moeder van verdriet en eenzaamheid tijdens een telefoongesprek met haar zoon in Indië. Ja, de zegeningen van de techniek zijn legio, tijd voor smartlappen. 

Beeldbellen is razend populair bij opa’s en oma’s, die hun kleinkinderen niet meer mogen knuffelen. Drones waarschuwen de mensen op de stranden om de grenzen van het nieuwe normaal in acht te nemen, in Singapore worden zij daarop attent gemaakt door robots. Apps gaan zorgen voor onze veiligheid. Dat vinden de meeste mensen fijn. En de huisarts stelt een diagnose op basis van een door de patient gemaakte en in het patiëntenportal geüploade foto. Efficiënter, minder  geneuzel en minder besmetting. Maar er is ook verstilling. ‘Sodeknetter’, verzucht Oek de Jong zwervend door de verlaten straten van de stad, ‘dat ik hier mag wonen!’ Je kijkt anders, niet afgeleid door het gekrioel van de mensen, van het verkeer en de herrie om je heen. Dat is de blik van de kunsthistoricus Oek de Jong, maar hoe kijkt de doorsnee burger daar tegenaan. Is het de stilte voor de storm? 

 

Oek de Jong werd op 6 mei geïnterviewd door Yoeri Albrecht in de Balie.


Huub Bartman interesseert zich voor de twintigste-eeuwse Europese geschiedenis en zoekt naar verbindingen.

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Huub Bartman: