De grand old man van de Zweedse literatuur, Per Olov Enquist is zaterdag 26 april overleden. Enquist had al langer problemen met zijn gezondheid, hij leed aan hartfalen en werd in 2016 getroffen door een beroerte.
Enquist en groeide op in de Noord-Zweedse provincie Västerbotten. Als student aan de universiteit toonde hij zich al een getalenteerd schrijver, zijn eerste boek, Het kristallen oog bracht hij in 1961 uit. Met de historische roman De vijfde winter van de magnetiseur (1964), verwierf hij zijn eerste succes. Later volgden onder meer De uittocht der muzikanten (1978) en Kapitein Nemo’s bibliotheek (1991).
Per Olov Enquist, die tevens journalist en toneelschrijver was, kreeg pas werkelijk grote bekendheid met zijn roman Het bezoek van de lijfarts (1999), over een Duitse arts die in het jaar 1770 de Deense koning bijstaat en een liefderelatie met de koningin aangaat. Langzamerhand trekt hij de macht naar zich toe. Het boek werd vooral geprezen om zijn scherpe schrijfstijl en emotionele diepgang.
Voordat Enquist in 1999 doorbrak met Het bezoek van de lijfarts, was hij door een diep dal gegaan. In zijn autobiografische boek Een ander leven (2009) vertelt hij daarover, het verhaal van zijn jeugd, het gemis van een vader, zijn alcoholmisbruik en zijn op de klippen gelopen huwelijk. Hij won er in 2008 de Zweedse literatuurprijs nordiska pris mee. In 2013 verscheen zijn laatste boek Het boek der gelijkenissen.
Zijn boeken zijn vertaald in zevenentwintig landen, in Nederland werd Enquists werk vertaald door Cora Polet en uitgegeven door uitgeverij Ambo|Anthos. Er werden maar liefst ruim 100.000 exemplaren van zijn boeken verkocht.
Ook werd Enquist meerdere keren als kandidaat voor de Nobelprijs genoemd.