Waar uitgevers nogal eens boeken van het lichte genre aanprijzen als vakantielectuur is er geen enkele reden om in de zomer niet iets van meer gewicht te lezen. Zomer met warmte, licht en vrije tijd is uitermate geschikt voor bespiegelingen over wat er allemaal niet deugt in het leven.
Een religie kan mensen houvast en troost geven, maar in doorgeschoten vorm zal ze de menselijke geest altijd ook beschadigen. Wie daar niet van overtuigd is, kan zich verdiepen in het meisje Tara in Leerschool van Tara Westover. Zij groeit op in een mormoonse gemeenschap in Utah, de ouders zijn streng religieus. Ze hebben zich afgekeerd van de maatschappij. Tara moet net als haar zus en broers werken in de schroothandel van haar vader op hun boerderij. Daarbij gewond raken zien de ouders als de wil van God waarin mensen niet horen in te grijpen. De eerste negen jaar van haar leven bestaat Tara administratief niet en haar moeder schat haar zestien op het moment dat ze dertien is. De vader denkt dat de overheid openbaar onderwijs gebruikt ‘als truc om kinderen van God af te keren’, reden waarom de zeven kinderen niet naar school gaan – totdat enkelen van hen zelf voor onderwijs kiezen. Ook Tara wil uiteindelijk naar de Brigham Young University, waar blijkt dat ze nog nooit van de Holocaust heeft gehoord. Uit schaamte voor haar achtergrond houdt ze afstand van iedereen. Ze leert alles wat er te leren valt, waarna school en kerkgemeenschap haar steunen bij verdere studie: ze mag zelfs naar het Britse Cambridge.
Leerschool is een adembenemend relaas over de worsteling van een jonge vrouw die alles in het leven zelf moest veroveren, terwijl ze gekweld werd door lichamelijke pijnen en schuldgevoelens omdat ze haar familie had verraden door zich aan hun wurgende regime te onttrekken.