Voor wie dit jaar in eigen land de zomer doorbrengt is deze dichtbundel van Frank Koenegracht een echte aanrader, en niet alleen vanwege de gezellig-morbide verwijzing naar vakantie in de titel. De gedichten in de bundel zijn stuk voor stuk wonderen van eenvoud en vernuftigheid – soms humoristisch, soms ontroerend, soms allebei tegelijk. Zo geeft Koenegracht in een brief ‘aan mijn moeder’ het advies om zich een zwaan te laten bezorgen door de thuiszorg: ‘Ze slaan hun linker vleugel om je heen: dat / is tegen angst voor duizeligheid en ze leggen / hun snavel op het andere kussen: / dat is tegen eenzaamheid.’ Door de ogen van Frank Koenegracht zien we ons eigen land in een ander licht, bijvoorbeeld als hij schrijft: ‘Het regende in de openbare ruimte / en op de kenmerken van de situatie // en op de leefbare omgeving met zijn / verspreide maar onderling verbonden // buitenruimtes. O wat regende het’.
Een bundel om in de regen of in de zon te lezen, hardop mooie zinnen en wendingen voorlezend aan reisgenoten of onbekende medepassagiers in de trein naar Dordrecht of een andere stad waar je gewoonlijk niet zo vaak komt. En voor wie even niet lezen wil zijn er in deze bundel ook nog mooie plaatjes te bekijken – portretten van diverse mannelijke denkers en schrijvers, getekend door Koenegracht zelf.