Wat ik altijd zeg als iemand me na een uiteenzetting over backpacken in Mexico/couchsurfen door Europa of stilte-retraite in Thailand glazig aankijkt en naar mijn wereldervaringen vraagt: ik ben een slechte reiziger maar een goede vakantieganger. Sinds ik een fantastische kattenoppas heb (dank, F!) is mijn heimwee beduidend minder, toch blijf ik graag in de buurt: langer dan twee weken weg hoeft van mij niet en als aan het eind van het leven blijkt dat ik dit continent nooit verliet is dat absoluut prima. Ook wat papieren reizen betreft blijf ik graag dicht bij huis. Hoe graag ik ook Amerikanen, Duitsers en literatuur over allerhande landsgrenzen heen lees, voor deze rubriek houd ik het bij de Hollanders.
Geniet!
Het schijnt in ons kikkerlandje nog altijd zo te zijn dat verhalenbundels nauwelijks verkopen. Onbegrijpelijk, want in Amerika – vanwaaruit de meest welkome maar ook onwelkome trends naar ons komen overwaaien – is het korte verhaal een alom gerespecteerd literair genre. Gelukkig is er in Nederland sinds enkele jaren een groeiende groep lezers en schrijvers die zich druk maakt om dit ondergeschoven boekenkindje: denk aan initiatieven als de Week van het Korte Verhaal of de J.M.A. Biesheuvelprijs – de prijs voor de beste Nederlandstalige verhalenbundel. Meer en meer komt het korte verhaal op de kaart.
Wat maakt een goede verhalenbundel – naast, ik noem maar wat onmisbaars, stijl? Samenhang, wat mij betreft. Daarmee bedoel ik niet dat ieder verhaal over hetzelfde onderwerp moet gaan, personages hoeven niet in verschillende verhalen terug te keren (mag wel) en een en ander hoeft evenmin telkens op dezelfde locatie gesitueerd te zijn (nogmaals: mag wel) als er maar steeds iets echoot, er een rode draad zichtbaar is.
In Het Ontbijtbuffet is die rode draad telkens de vakantiewrevel. Of het nu gaat om een vader die zijn kind kwijtraakt op een festival, of over een man die in London aan een andere man wordt gekoppeld en het idee heeft dat hij geen controle heeft: in enkele pagina’s weet Van den Brink een gevoelswereld neer te zetten die even fascinerend als beklemmend is. Het draait allemaal om verwachting en teleurstelling. Wat vragen we toch veel van onszelf, in die enkele weken per jaar dat we niets liever willen dan bijkomen.