Zaken om te overdenken

Wat je moet doen als het je teveel wordt. Pak een boek van een schrijver die als enige ambitie heeft een verhaal te willen vertellen. Een schrijver die met woorden een beeld schetst zoals een schilder een glooiend landschap opzet met daarin een stervende zwaan of een ingezakte schuur. Het is het beeld van de vergankelijkheid dat troost biedt. Verhalen waarin je wordt meegevoerd en toch op veilige afstand blijft, scheppen ruimte voor beschouwingen. Natalia Ginzburg (ik weet het) is zo iemand, en Updike en Steinbeck (ook al vaker over gehad) en Sherwood Anderson. In zijn verhalen in Winesburg, Ohio doen de mensen wat ze moeten doen. Een man een man een woord een woord. Zoiets.

Ergens schrijft Anderson over vier broers die als ‘bezetenen’ werken en op zaterdagmiddag naar het dorp gaan. Waar ze in een winkel rond een kachel gaan staan en min of meer praten met andere boeren. ‘Ze hadden overalls aan en in de winter droegen ze daar zware jassen overheen die vol modder zaten. De handen die ze naar de gloed van de kachel uitstrekten waren rood en gekloofd. Praten viel hen niet gemakkelijk, daarom zwegen ze meestal.’ Een meesterlijk beeld waar ik uren naar kan kijken. Naar die kachel, waaromheen gestaan wordt. Ik zie een niet al te grote ruimte met een vloer van uitgesleten planken en een grote kachel waar mannen met stugge haren en ongemakkelijke lijven om heen staan. Die drinken en roken en van zich af spugen. Dan krijg ik ook zin om van me af te spugen. Het leek me zo op te luchten om van je af te kunnen spugen zonder te hoeven denken aan hoe de vloer daardoor bevuild zal worden. Wie dat dan weer schoon moet maken.

Van de week had ik het boodschappen doen steeds uitgesteld. Dat krijg je als alles je teveel is, dan vertoon je uitstelgedrag. Ik moest het doen met een restje yoghurt, wat droge crackers en Sherwood Anderson. Lezen is altijd een goede reden voor wat dan ook. Ik ritste tussendoor met scheurend geluid stroken papier van de ongelezen kranten en stopte die in de kachel. Dat kan. Dat je een dag voor de kachel doorbrengt met de gebroeders Bentley, die alle vier sneuvelden in de Burgeroorlog. Tot overmaat van ramp overleed ook hun moeder nog. En de vader kon het niet meer aan en verwaarloosde de boerderij. Toen moest de jongste zoon Jesse, die in de stad studeerde, naar huis komen en de zaak overnemen. En door hem loopt het allemaal niet goed af. ‘Jesse Bentley was een fanaticus. Hij was in de verkeerde tijd en op de verkeerde plaats geboren, daar leed hij onder en liet hij anderen onder lijden.’ Zijn vrouw stierf in het kraambed. Jesse haalde er zijn schouders over op en werd een man die in een stoel zijn zaken overdacht. Ach, dat leek me ook wel wat. In een stoel zitten en mijn zaken overdenken en alles aan me voorbij laten gaan.

 

 

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!