Pleidooi voor de roman door Paul Auster
Why Roth is wrong about the novel
Weerloos
Ik stond op het punt om naar bed te gaan toen ik er ineens aan dacht dat ik de bak met oud papier nog buiten moest zetten, ook al was het laat, de mensen die het komen ophalen zijn altijd vroeg. Het was gaan vriezen, de wielen van de bak ratelden luidruchtig door de koude, stille nacht. Om er zeker van te zijn dat de juiste bak aan de beurt was – de gemeente had vier van die grote kliko’s in mijn tuintje verordonneerd – tilde ik het deksel op van een bak die er al stond. Goud op snee fonkelde me tegemoet en het licht van de volle maan weerkaatste op leren banden: iemand had zijn halve bibliotheek in de papierbak gekieperd. Er was op dit late uur niemand te zien op straat, dus trok ik de bak onder een lantaarnpaal en haalde de boeken er een voor een uit. Twintig delen van de Summa-encyclopedie in kleur, oude woordenboeken en een stapel romantische winkeldochters die je op elke rommelmarkt als oude bekenden kunt begroeten.