Terwijl ik dit stukje schrijf check ik acht keer mijn mail, raak tig keer verdwaald op social media, beantwoord dwingende apps. Klik, klik, klik weg ben ik. Daarna opnieuw mijn gedachten bij elkaar zoeken. Tove Ditlevsen schreef in het geheim (nooit iemand laten weten dat je aan een boek werkt) haar eerste roman. Na publicatie daarvan en een abortus, begint ze verhalen te schrijven, ‘het gordijn tussen mij en de werkelijkheid is weer dik en geeft me een gevoel van geborgenheid.’ Vanaf haar twaalfde schreef ze gedichten, droomde ervan een boek te zijn dat door anderen meegenomen zou worden, gelezen worden. Dromen is het begin van succes. Ditlevsens kwam uit een armoedig gezin, wilde al jong schrijven, maar verlangde ook naar een gewoon leven. Als haar eerste kind geboren is, zegt ze tegen haar toenmalige man, ‘Nu zijn we vader, moeder en kind, een doodgewoon normaal gezin.’ Hij vraagt waarom ze dit zegt, want ze is bepaald niet normaal. ‘Daar kan ik hem geen antwoord op geven, maar dit wens ik al zo lang als ik me kan herinneren.’
Daar schuurt het. Schrijver willen zijn en een dienstbaar leven als moeder, vrouw. Haar boeken zijn verslavend. Ze schrijft in strakgetrokken, betekenisvolle zinnen. Lees, ‘Edvin is bij zijn vrouw weg. Nu woont hij weer thuis in mijn oude kamer achter het gordijn en mijn moeder is gelukkig, al zal hij verhuizen zodra hij een kamer heeft gevonden. Mijn moeder zegt dat ze best begrijpt waarom hij bij Grete weg is, want ze dacht alleen maar aan kleren en flauwekul en dat houdt geen man vol. Maar mijn broer pikt het niet dat Grete zo wordt afgekamd. Hij zegt dat de fout bij hem ligt. Hij hield niet van haar en daar kon zij niets aan doen. (…) Ik vind het een stuk prettiger om bij mijn ouders langs te gaan nu mijn broer er weer woont. We praten over mijn poëziebundel en Edvin kan maar niet begrijpen dat je met zoiets geen geld verdient. ‘Het is werk’, zegt hij, ‘en het is ronduit schandalig dat je er niet voor wordt betaald.’ We praten ook over Edvins gehoest en over alle nieuwe ziekten van mijn moeder.’
Naast twee abortussen krijgt ze drie kinderen. Trouwt vier keer terwijl het verlangen naar onafhankelijkheid overheerst. Leven van pen en papier, een boek het geluk. Het literair bedrijf is schoner dan het leven. Haar verhalen ontstaan in het verborgene (ik wens me een gesloten afdeling). Het is gruwelijk mooie taal die recht je hart in gaat. Zoals de pijl van de legendarische kruisboogschutter Wilhelm Tell de appel op het hoofd van zijn zoontje doorboort. In de eerste jaren van haar tweede huwelijk droomt ze van haar vriendin Ester, ziet ‘haar donkere, kleine jongensgezicht’ voor zich terwijl ze met haar man vrijt. Als ze door haar derde man, die arts is, verslaafd raakt aan verdovende middelen, wordt ze meerdere keren opgenomen in psychiatrische klinieken. Daar schreef ze Kindertijd en Jeugd. Om te schrijven moet je niet al te gelukkig zijn, anders wordt het niks. Een eenmaal gepubliceerd boek kan niet meer ongedaan gemaakt worden, schrijft ze aan het eind van Jeugd. ‘Misschien zal een kind dat heel stiekem van poëzie houdt deze gedichten lezen en er iets bij voelen wat haar omgeving niet begrijpt.’ Op achtenvijftigjarige leeftijd maakte ze een eind aan haar leven. Lees haar boeken, dat is wat ze wilde.
Afhankelijkheid / Tove Ditlevsen / vertaling Lammie Post-Oostenbrink / Das Mag
Citaat uit: Jeugd / Tove Ditlevsen / vertaling Lammie Post-Oostenbrink / Das Mag
Inge Meijer is een pseudoniem, reist met het OV, leest.