Het aanbod aan meningen is overweldigend, ik zwalk er van links naar rechts, langs zwart en wit, roze en rood tussendoor. Mij ontbreekt richting, een voorschrift. Het is als het betreden van een zonbeschenen brede avenue, zoals de Avenida da Liberdade in Lissabon. Komend vanuit de smallere straten van de binnenstad weet ik niet waar ik kijken moet, begin te lopen als een dronkaard over uitgestrekte vlakten. Niet dat ik nu in Lissabon ben, maar het gevoel is er. Nu kijk ik naar de vlieg op de rand van de broodplank, hoe die zijn pootjes wrijft, zich voorbereidt op iets. Onderwijl zoek ik een gevel om tegenaan te leunen, tot een overzicht te komen. In Mazzeltov van de Vlaamse schrijver Margot Vanderstraeten is de werkstudent die de schrijver toen was, op zoek naar het goede, naar overeenkomsten van afwijkende levens. In 1987 komt ze als twintigjarige werkstudent bij een orthodox-joods gezin in Antwerpen als huiswerkbegeleider.
Bij de eerste kennismaking zegt de vader nadat hij haar uitgestoken hand heeft aangenomen. ‘Zullen we dat maar één enkele keer doen? Als u mij de hand reikt, zal ik hem drukken, want ik respecteer u en uw gewoonten, nietwaar. Maar veiligheidshalve geven wij, orthodoxe joden, geen hand aan een vrouw.’ Duidelijkheid, daar snak ik dus naar.
De vader, in het eerste oorlogsjaar geboren, werd in een onderduikgezin in Wallonië geplaatst, op zijn vijfde weer opgehaald door zijn moeder, die Auschwitz overleefde. De student vraagt zich vrijpostig de dingen af waar een ander niet aan durft te komen. Of de vader het onderduikgezin in Wallonië nog wel eens heeft opgezocht. De vader, door emoties bevangen, ‘Er bestaan twee soorten verdriet, onthoudt u dat. Een dat het kan verdragen om gekieteld te worden. En een dat zo groot is dat je ervan af moet blijven, zelfs met ogenschijnlijk onschuldige vragen.’ Kijk, zo’n inzicht geeft richting.
Als ze met de grootmoeder een vertrouwelijk gesprek heeft, denkt ze dat deze misschien wel ‘graag’ met haar over het kamp zou willen praten. ‘Gráág over praten? U vindt niemand die graag over de oorlog wil praten! En als u wel zo iemand vindt, moet u die persoon meteen wantrouwen! Zwijgen is het medicijn. Dus zwijg ik ook.’ Waarna de student ten ondergaat, en ik met haar door een golf van plaatsvervangende schaamte. In mij zit ook een alleswillenweter, de onbeschaamdheid van het denken.
‘Wij leven al in 5752’, zegt een van de kinderen. Dat doet de schrijver beseffen dat als de mensheid qua jaartelling al niet tot eensgezinsheid kan komen, hoe zou dat dan met al die andere gebruiken en gewoonten moeten?
Mazzel tov is een doortastende zoektocht naar de waarde van de mens, ontdekken dat het westerse leven ook niet alles is. Met de familie en de student ontstaat een verbintenis voor het leven. Haar nieuwsgierigheid heeft mijn denken op een ander spoor gebracht. We komen allemaal uit een andere tijd, begrijpen elkaar niet, kunnen vrienden zijn.
Mazzel tov / Margot Vanderstraeten / AtlasContact (2017)
Inge Meijer is een pseudoniem, reist met een mondkapje, blijft wakker bij een goed verhaal.