Door Ingrid van der Graaf
Portugese literatuur is in Nederland aanzienlijk minder sterk vertegenwoordigd dan Spaanse, Franse of Italiaanse. De laatste drie landen zijn ook meer geliefd als vakantiebestemming dan Portugal. Waar reisbureaus de toerist met wervende teksten als: ‘de duizelingwekkende ravijnen van de Serra de Estrela en de romantische wijken van Lissabon’ tot een bezoek trachten te verleiden, blijkt Portugal nog steeds een ongepolijste diamant waarvan je je kunt afvragen of deze moet worden geslepen. Denkend aan tot de verbeelding sprekende literatuur voor deze zomer kwam ik tot een lijstje van vijf Portugese (vertaalde) romans. Portugese literatuur, die even ruw en ongepolijst is als het landschap en de cultuur zelf.
Eduardo Agualusa (1960) is een Angolees/Portugees schrijver, geboren in Angola uit Portugese ouders. Het labyrint van Luanda kan gelezen worden als een tijdsdocument van het Angola in de toekomst. Het speelt in 2020. Hoofdpersonage, schrijver en documentairemaker (en alter ego van Agualusa) Bartolomeu Falcato, vertelt over zijn leven in de hoofdstad van Angola, Luanda. Hij schrijft over zijn mislukte huwelijk, zijn minnares Kianda en over zijn stad. Luanda wordt beschreven als een haast mythische wereld vol tegenstellingen, corruptie, geweld, rituelen en schrijnende armoede. Agualusa is een mythische verteller maar voor wie de geschiedenis van Angola kent, leest dit boek als een noodkreet om Angola van haar toekomstige ondergang door corruptie en geweld te redden.