Lang voordat Gummbah de daad wel bij het woord voegde en kwam met Net niet verschenen boeken ontstond al wandelend in onze hoofden het idee voor een tentoonstelling. Vijfentwintig boeken zouden we bedenken. Vijfentwintig verhalen geschreven door verzonnen schrijvers met een fictieve biografie, geheel in stijl vormgegeven. Tentoonstellen wilden wij de omslagen van die boeken: ons fonds.
Het was een uit nood geboren idee. Zij zocht naar een manier om haar foto’s onder de aandacht van uitgevers te brengen. Ik was schrijvend nooit verder gekomen dan eerste alinea’s, hoe levensvatbaar de ideeën die zich in mijn hoofd nestelden ook leken.
Maar ook uit nood wordt kunst geboren.
Lezers waren wij, en dus wisten we hoe belangrijk de tekst op de achterkant van een boek is. We lieten ons er immers regelmatig zelf door leiden bij het maken van een keuze.
Dat een uitgever elke vierkante centimeter gebruikt om lezers over de streep te trekken, realiseerden we ons. We waren bereid om ver te gaan voor ons fonds, maar goede sier maken met woorden van anderen om onze boeken aan te bevelen, ging te ver. ons fonds mocht dan van a tot z verzonnen zijn: wij hadden onze principes.
Dat er nog nooit iemand naar de Reclame Code Commissie was gestapt om zich te beklagen over een boek dat helemaal niet zo ‘verpletterend’ of ‘urgent’ bleek als de uitgever beloofd had, was voor ons geen reden om lezers in de maling te nemen.
Aan het knippen en plakken, het uit hun verband rukken van zorgvuldig overwogen oordelen, om boeken op papier heel wat te laten lijken, zouden wij ons niet schuldig maken. Het paste niet in onze filosofie. Wij zouden laten zien dat het ook zonder blurbs en aanbevelingen van familie, vrienden en kennissen kon.
Het is sinds wij ons fonds bedachten alleen nog maar erger geworden. Steeds vaker sluipen in teksten die feitelijk en informatief bedoeld zijn fictieve elementen binnen (het omgekeerde komt overigens ook voor). Het wordt, en niet alleen in de letteren, steeds moeilijker om iemand op zijn woord te geloven.
Vergeleken met het echte nepnieuws zijn blurbs natuurlijk tamelijk onschuldig, maar toch. Neem nou zo’n Mano Bouzamour. Vijf jaar geleden viel half literair Nederland over hem heen, omdat hij zich tijdens het promoten van De belofte van Pisa een jeugd liet aanleunen die de zijne niet was en nu brengt zijn uitgever hem in de problemen door te citeren uit een niet geschreven recensie.
Ik zal niet zeggen dat die jongen het niet nodig heeft, want wie verkoopt tegenwoordig op eigen kracht nog genoeg boeken om zich bestsellerboy te mogen noemen, maar voordat hij (of zijn uitgever) het weet heeft hij net als Max Verstappen of Chris Froome zijn krediet verspeeld.
ons fonds is tot nu toe conceptuele kunst in optima forma: het bleef bij het idee. Dat is misschien maar goed ook, al heb ik heel veel zin om er werk van te maken. De tijd lijkt er meer dan ooit rijp voor.
Liliane Waanders komt wel eens ergens, ontmoet wel eens iemand en leest wel eens wat. Als dat met literatuur te maken heeft, schrijft ze er columns over.