Teleurgesteld raken in een oude liefde, ik was er recent getuige van. Samen met R. bezocht ik op de drempel van de herfst de Dagboekenavond van J.J. Voskuil in Spui25, hartje Amsterdam. Balorige jongen in de garderobe. Bij het standje van Boekhandel Athenaeum kochten we meteen het pas verschenen dagboekdeel, en bij de levensgrote banner van het omslag fotografeerden we elkaar. Het is fijn ongegeneerd fan te zijn. We vermeden de drukte en namen de trap naar boven, waar je, hangend over de balustrade, een goed overzicht van de zaal had. De gemiddelde leeftijd lag hoog. Wie van al die aanwezigen zal in goede gezondheid de verschijning van het laatste deel in 2025 nog meemaken? Komt Spui25 dan weer vol?
Ik ben nu net zo balorig als de garderobejongen. Dat komt omdat ik me vanaf de zomer zo ontzettend had verheugd op deze avond. Maar dat heb je met verheugen, de teleurstelling achterhaalt hem wel. Dat de oude weduwe er niet was, kon ik meevoelen, maar waarom was er geen spreektijd ingeruimd voor de bezorgers van het dagboek? Wilden ze niet komen? Nu werd het publiek vooral getrakteerd op een afrekening. Zowel Elsbeth Etty als Hanneke Groenteman hadden zich in Voskuils gloriejaren door zijn charmes laten inpakken en ze waren nu, jaren later, tot de conclusie gekomen dat hij naast een fantastische schrijver (niet al zijn werk, wel Het Bureau – wat op zo’n avond ook een vileine constatering is), in de kern een hele nare man was geweest. Ik parafraseer een uitspraak: Van buiten een heerlijke bonbon, maar met de vulling van puur vergif. Met terugwerkende kracht voelden ze zich door hem bedrogen. Och, die charmante, oude Voskuil, die is vast aardiger en oprechter dan zijn personage Maarten Koning? Hij mag zich evenzeer in het leven bedreigd voelen, maar kijk eens hoe dankbaar hij zich toont bij elk compliment en bij alle aandacht die hij krijgt? Kom hier! Zowel Groenteman als Etty hadden hun armen voor hem geopend.
Eerlijk gezegd, ik geloof het allemaal wel. Wie Het Bureau leest, ontmoet veel boosaardigheid en vijandschap – niemand kon zich veilig wanen in Voskuils nabijheid. Maar ik geloof ook dat hij dankbaar was voor alle erkenning die hij op latere leeftijd en op zo’n grote schaal kreeg. Was hij – toch een angstige man – bang die erkenning weer kwijt te raken? Strooide hij daarom met complimenten om mensen die invloedrijk waren aan zich te binden? Zelf ben ik nooit zo voor zijn charmes gevallen. Fan, ja. Hem ontmoeten? Nooit. Twintig jaar geleden verzamelden R. en ik fragmenten uit zijn werk over homoseksualiteit. Die verzameling stemde zo treurig dat van het beoogd schrijven van een artikel niets kwam. Toch overvielen de woorden van Etty en Groenteman mij. Op zijn eigen postume feestje werd Voskuil als mens, niet als schrijver, gewogen en te licht bevonden. En ik, naïef hopend op een avond gezelligheid in plaats van een terechtstelling, vertrok vervolgens chagrijnig naar huis. Zelfs de balorige jongen van de jassen was minder balorig geworden. Het dagboek ligt nu in ons speciale Voskuil- en Frida Vogelskastje te wachten om gelezen te worden. Maar ik heb nog steeds geen zin.
Wil je het (terug)zien? De dagboekenavond van J J Voskuil: Het beste voor het laatst bewaard – YouTube
Eric de Rooij schrijft tweewekelijks een column voor Literair Nederland. Zijn debuutroman De wensvader verscheen in 2020 bij uitgeverij kleine Uil. Onlangs verscheen daar zijn tweede roman Augustus.