Verhalende beelden

Eén van de grote verschillen tussen geschreven en beeldende kunst is de factor tijd. Een beeld of schilderij geeft meestal één scène; een boek honderden. Soms smokkelt een schilder of beeldhouwer wat, en beeldt hij twee of drie scènes uit. Maar veel verder komt een kunstenaar bijna nooit.

Tenzij je natuurlijk Auguste Rodin heet, het Franse genie dat aan het einde van de  negentiende eeuw de beeldhouwkunst op zijn kop zette. Een onvermoeibare verhalenverteller in klei, brons, gips en marmer, die geen genoegen nam met de beperkingen van zijn metier. En soms driedimensionaal probeerde te doen wat schrijvers op honderden pagina’s doen: een amalgaam van verhalen, als een weldadig woud waarin je – in de beste zin des woords – naar hartenlust kunt verdwalen.

Zelf had Rodin één boek waarin hij het liefst verdwaalde: het eerste deel van Dante Alighieri’s Goddelijke Komedie, waarin diens tocht naar de Hel centraal staat, met die prachtige eerste regels:

In het midden van de reis door ons leven,
hervond ik mij in een duister woud,
want de rechte weg was geheel verloren

Volgens de overlevering las Rodin het liefst elke dag iets in Dante’s Hel. Steeds weer nieuwe verhalen opsnuivend die zich in zijn hoofd mengden met zijn sculpturale ideeën en vervolgens via zijn handen in klei en gips een ongekend energieke uitweg zochten. Leidend tot de Hellepoort (1880-1917), de meest geweldige poort die je je kan voorstellen. Niet erg praktisch als poort, maar even gevarieerd en overvol als het meest schitterende woud, waarbij Danteske figuren de plaats van de bomen innemen: zoals Ugolini die zijn eigen kinderen op eet of de verdoemde geliefden Paula en Francesca uit Rimini. Die laatste twee zelfs meerdere keren op de deur, waaronder eenmaal innig kussend. Wereldberoemd en onvergetelijk. Deze scène is dan ook met de Denker, die overigens bovenop de Hellepoort zetelt, misschien wel het bekendste beeldmerk van Rodin.

Al met al is duidelijk dat Rodin’s verbeelding van Dante’s Hel een explosie van verhaallijnen is, waarin Rodin uiteindelijk net zo verdwaalde als Dante in het woud. Met dat verschil dat hij niet in het midden van zijn leven, maar in het tweede deel ervan verdwaalde. Rodin werkte 37 jaar aan zijn Hellepoort, zonder deze ooit af te ronden. Pas na zijn dood werd het door zijn assistenten in de huidige vorm in elkaar gezet en in brons gegoten. Maar toen Rodin nog leefde was de Hellepoort al wel tot leven gekomen. De Kus, de Denker, de Drie Schaduwen, Adam en Eva. Ze zijn voor de poort gemaakt en later als apart beeld uitvergroot. En de lijst sculpturale nakomelingen van de poort is nog veel langer. Weliswaar niet zo lang als de lijst figuren uit de Goddelijke Komedie. Maar Rodin komt als één van de weinige kunstenaars met zijn Hellepoort wel in de buurt. En bewijst zo dat beeldende kunst soms net zo verhalenrijk is als het meest uitgebreide boek.

 

Vertaling citaat door Frederica Bremer, uitgever Tjeenk Willink en Zoon, 6e druk, 1965

 

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!