Zoektochten naar personen
door Adri Altink
Reizen kun je niet alleen fysiek, maar ook in je geest; onderzoekend. En misschien is wel het mooiste een combinatie van die twee: reizen in geografische zin en in de geschiedenis. Dat brengt me op drie boeken die mij erg veel leesgenot verschaften.
Frans van Dooren (1934-2005) is vooral bekend als vertaler van Italiaanse literatuur. Daaronder de Divina Commedia van Dante. Van Dooren hield ook van fietsen en reizen. Zo ging hij onder andere per auto in tientallen tochten de gangen van Dante na. Waar zijn sporen van hem te vinden? Wat weten Italianen van hem en van zijn magnum opus? Verrassend veel soms, blijkt uit het lichtvoetige verslag van zijn rondreis Met Dante door Italië. Het verscheen in 2004.
Verschenen bij Uitgeverij Ambo
Richard Holmes, geboren in 1945 in Engeland, deed iets dergelijks, en deels te voet. Hij liep de sporen na van vier schrijvers uit de Romantiek: R.L. Stevenson, Mary Wollstonecraft, Shelley en Gérard de Nerval en deed er verslag van in Voetstappen, dat in 1986 in Nederlandse vertaling verscheen.
Holmes schrijft zo invoelend dat de lezer de geportretteerden erg dicht nadert. Ondertussen kom je ook veel te weten over de problemen waar biografen tegenop lopen.
Verschenen bij Uitgeverij Pandora
Van veel recentere datum is Het been in de IJssel van de Nederlandse journalist Joris van Casteren (geboren in 1976). Bij van Casteren speelt de nieuwsgierigheid op als in 2005 een onderbeen in de IJssel wordt gevonden waar lang onduidelijkheid over blijft bestaan. Van wie is het? Zit er een moord achter? Een ongeluk? Is het verslag van Van Casteren, dat in 2013 verscheen, een reisboek? Het ligt niet voor de hand het zo te categoriseren, maar ik doe het wel. Het is het zelfs in dubbel opzicht. Van Casteren achterhaalt de weg die het been stroomafwaarts heeft afgelegd en maakt in de tweede helft van het boek een wandeltocht een tegengestelde richting. Prachtig.
Verschenen bij Uitgeverij Prometheus