Met enig uitstel van Blue Monday werd het pas dinsdag dat de sluier viel. Ochtendlicht wilde maar niet doorkomen, regen ruiste als een afweerscherm tegen enig ander geluid dat op een beginnen van de dag kon duiden op het afdak onder mijn slaapkamerraam. De krantenjongen liet verstek gaan, waar ik begrip voor had. Er gonsden woorden door mijn hoofd, demissionair en missionair. De laatste dagen veelvuldig gebruikt als was het een bal waarmee iedereen een schop in open doel wilde maken. Ook klonk het tot de verbeelding sprekende begrip, waterbedeffect door mijn hoofd. Laat er vooral stilte zijn of zeg alleen het noodzakelijke met weinig woorden, zei het grote voorbeeld van A.L. Snijders, Epictetus al.
Ik lees Thuis, van Marilynne Robinson. Er is een nieuw boek van haar verschenen, Jack. Nu vraagt eerder verschenen werk van haar om herlezing. Haar eerste boek Gilead, speelt ook rond Jack, vanuit het perspectief van de knorrige geestelijke, John Ames. In Thuis komt Jack na twintig jaar terug naar het ouderlijk huis. De verloren zoon, de aan drank verslaafde, die diefstallen pleegde, twintig jaar van de aardbodem verdween. Nu ik het opnieuw lees heeft die twintig jaar opeens aan betekenis gewonnen. Sinds mijn broer, die ik twintig jaar niet zag er niet meer is, zoek ik naar betekenissen. Twintig is nu het getal van nooit meer te overbruggen tijd. Als een gapend gat liggen die jaren tussen Jack en zijn vader, dominee Boughton, nu een oude man. Jack doet zijn best een goede zoon te zijn. Hij helpt hem naar bed, speelt piano voor hem, drinkt niet meer, maar goed komt het niet tussen hen.
Vader Boughton, die van al zijn acht kinderen het meest van Jack houdt, kan hem niet accepteren zoals hij is. De liefde van de vader is een eenrichtingsweg, zonder omkeren. Vanaf de andere kant kan Jack zijn vader niet vertellen dat hij in een andere staat een zwarte vrouw heeft, en een kind. Het is eind jaren vijftig, dat een witte man met een zwarte vrouw leefde was ondenkbaar. Jack is in Gilead om te onderzoeken of het een geschikte stad voor hem en zijn gezin is, om te wonen.
Als hij aan het bed van zijn vader zit vraagt zijn vader, “‘Laat je hand eens zien, waar je die splinter in had.’
‘Dat geneest al.’
‘Laat eens kijken.’ Jack gaf zijn vader zijn hand, en de oude man nam hem in zijn handen, streelde hem en bekeek hem. ‘Er blijft wel iets van een litteken over.’ Dan: ‘Twintig jaar,’ zei hij, ’twintig jaar.’ Jack stopte zijn vader in bed, droogde de borden af, ging naar zijn kamer.”
Thuis is een zeldzaam mooie roman. Razend benieuwd naar die nieuwe roman, geschreven vanuit Jack, vanuit het perspectief van iemand die twintig jaar van de radar verdween, wat hem bewogen heeft. Er is een gretig willen weten, verbanden te leggen.
Inge Meijer is een pseudoniem, zoekt antwoorden in een goed verhaal, wast haar mondkapjes.