We hadden afgesproken bij Ruby, het Chinees-Indonesisch restaurant bij ons in de buurt. ‘Ik liep al een poosje achter jullie, maar jullie waren niet bij te benen,’ zei hij. We kregen ons vaste tafeltje, achterin. ‘Dit is het bekende zwarte gat,’ zei hij. ‘Wat nu?’ Ja, wat nu? In de afgelopen zes jaar spraken R. en ik Jos Versteegen geregeld over zijn biografie in wording. De dagelijkse worstelingen, de losse eindjes, de plotse vondsten. Wat is een biografie schrijven toch een tour de force! En nu was het gedrukt en gepresenteerd in de grootste theaterzaal van de Openbare Bibliotheek van Amsterdam: Hans Keilson. Telkens een nieuw leven

Keilson schreef enkele opmerkelijke romans, had in Bussum een bloeiende praktijk als psychoanalyticus en werd op honderdjarige leeftijd wereldberoemd dankzij een recensie in The New York Times. Maar hij was ook jaloers, hield er vriendinnen op na, had woede- en angstaanvallen. En dan was er nog zijn levensloop waarin je met gemak de geschiedenis van de twintigste eeuw van nazisme, vervolging, onderduik en vernietiging terugvindt. Keilson en zijn zus overleefden, de ouders niet – een wond voor het leven. 

Na het proosten op de biografie zei Jos: ‘Eerst dacht ik, die theaterzaal krijg ik met geen mogelijkheid vol. En toen werd ik bang dat er misschien te veel mensen zouden komen, dat er mensen bij de deur geweigerd zouden worden vanwege de brandveiligheid. Ik sliep er nachten slecht van.’ De stress van boekpresentatie en controle behouden, ik grinnikte uit herkenning. Natuurlijk verliep de boekpresentatie voorspoedig. Er was prachtige muziek, er was een indringende presentatie van Judith Belinfante, Jos sprak de weduwe Keilson en na afloop waren er volop drankjes. Kortom: mooi programma, goed georganiseerd en uiteraard stond niemand voor een gesloten deur. Het enige dat ontbrak waren boeken. Een foutje van de boekhandel die in plaats van een paar honderd boeken, slechts een doosje met dertig exemplaren had geleverd, en dan ook nog zonder jongste bediende met pinautomaat. Excuses volgden, dat wel.

Onder het eten vroeg ik Jos naar het proefschrift dat Keilson op late leeftijd schreef; het is één van de meest interessante hoofdstukken van de biografie. Keilson onderzocht wat er was geworden van Joodse weeskinderen aan de hand van het concept ‘sequentiële traumatisering’. Voor Joodse kinderen onderscheidde hij drie fasen. De eerste: de bezetting van Nederland, de eerste maatregelen. De tweede fase is die van daadwerkelijke vervolging, deportatie van ouders, scheiding door onderduik. De laatste fase is de naoorlogse periode, waarin de mate van veiligheid bepalend is voor het doorbreken van ‘de keten der traumatiserende elementen’. Trauma is in het leven niet te ontlopen, maar hoe je door je omgeving wordt opgevangen, bepaalt hoe het trauma in je verhardt of verzacht.

Veelbetekenend: ‘Niet iedereen heeft door dat de oorlog voor veel mensen pas na 1945 goed is begonnen’ aldus Keilson. Deze pagina’s uit de biografie zou iedereen moeten bestuderen en onthouden. Of het om oorlog gaat of om de zogenaamde afwikkeling van ‘Groningen’, de ‘Toeslagen’,  Long Covid, of het gaat om kleiner, bijna alledaags leed zoals geen boeken op de presentatie: wees oplettend en weet wat het voor een ieder betekent als compassie ontbreekt.

 

 

Biografie Hans Keilson, Telkens een nieuw leven / Jos Versteegen / 544 blz. / uitgeverij Nieuw Amsterdam


Eric de Rooij schrijft tweewekelijks een column voor Literair Nederland.  Zijn debuutroman De wensvader  verscheen in 2020 bij uitgeverij kleine Uil. In augustus 2022 verscheen zijn tweede roman Augustus.

 

 

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Eric de Rooij: