Ik had een weekje vrijaf en las de omvangrijke roman De Mandibles, Een familieroman 2029-2047 van Lionel Shriver. Een toekomstroman die in Amerika in 2016 verscheen. De toekomst die Shriver beschrijft is opeens niet zo ver weg meer. Over hoe dat met toekomstromans gaat, laat Shriver een vader aan zijn dochter vertellen: ‘Net als 1984 – dat leek nog heel ver weg toen Orwell dat boek schreef, maar toen werd het echt 1984 en ging het jaar ook weer voorbij en het was bij lange na niet zo verschrikkelijk of vreemd of treurig als hij had voorspeld. Verhalen die zich in de toekomst afspelen gaan vooral over dingen waar mensen bang voor zijn op het moment dat ze die boeken schrijven. De toekomst is gewoon het spookbeeld, het grote onbekende.’
Toekomstromans gaan doorgaans over het teloorgaan van een wereld zoals wij die kennen, daarbij stort het financiële stelsel in. Ik begrijp niet veel van beleggingsfondsen, mobiliseren van kapitaal en dergelijke. Als ik daarover lees, blijkt het hersendeel voor begrijpend lezen bij mij plots niet meer optimaal te werken, weet ik niets aan deze materie te verbinden. Als ik al dacht er iets van te begrijpen, ontglipte het me even snel weer. Toch heeft het lezen van de roman, Vermogen van Hernan Diaz, (vorige maand bekroond met de Pulitzerprijs 2023), me enig inzicht gegeven in het financiële wereldje. Vermogen is een knap gecomponeerde roman over de effectenbeurs en de man die het allemaal bedacht heeft. Een goede roman is een leerschool voor de onwetenden.
Shriver beschrijft een wereld waarin niet meer gelezen en met de hand geschreven wordt. Sommige ouders leren het hun kinderen thuis nog. ’Ze had Willing geleerd het alfabet in blokletters te schrijven.’ In 2029 raakt Amerika failliet, spaartegoeden worden bevroren, voedsel en water worden schaars. In een geweldige spin-off beschrijft ze hoe de Amerikanen zich hier doorheen werken. In al haar boeken is de interactie, de dialoog tussen haar personages fascinerend. Het lijken gesprekken die ze met zichzelf voert. Haar controversiële meningen over armoede, culturele toe-eigening, consumeren, waarover ze in haar columns voor The Guardian schrijft, werden al in De Mandibles uitgewerkt.
Haar personages zijn niet uitgesproken links of rechts; ze pogen hun leven onder de knie te krijgen. Er wordt gerefereerd aan rampen (9/11), en er is sprake van een ‘stenen tijdperk’ in 2024, toen het internetverkeer gedurende drie weken uitviel (pas op, volgend jaar is het zover). Rampen die het einde van de wereld lijken in te luiden. Beproevingen die in het niet vallen als in 2029 de grootste financiële crisis ooit in Amerika uitbreekt. Het geld is op, ‘Het is het beste dat dit land ooit is overkomen’. Shriver laat haar personages graag teruggaan naar af, om weer helemaal opnieuw te kunnen beginnen, worden papieren cheques weer in gebruik genomen, kan er niet dagelijks gedoucht worden, en blijken de stroomvoorzieningen voor Tesla’s ontoereikend te zijn.
Shriver eindigt haar roman (ze kon het niet laten) in 2057 met het nieuws dat Indonesiërs Australië binnenvallen, er eindelijk een Palestijnse staat kwam, ‘en het kon niemand iets schelen’. Gek hoe dit kijkje in de toekomst helemaal niet zo bevreemdend werkt.
Inge Meijer is een pseudoniem, ze schrijft wekelijks een column.