Onvermeld bleef nog dat tijdens de Uitmarkt, vorige week zondag in Amsterdam, bekend werd gemaakt dat het boek Ze gaan er met je neus vandoor (Uitgeverij Leopold) van Ted van Lieshout (1955) bekroond is met de Boekensleutel. De Boekensleutel is een jeugdliteratuurprijs die sinds 1979 en bij hoge uitzondering toegekend wordt aan een bijzonder kinderboek. En een bijzonder boek is het want de boeken die in aanmerking komen, moeten niet te vatten zijn in een genre, door de gebruikte techniek, de vormgeving of anderszins en opmerkelijke kwaliteit bezitten.
Dit jaar zat er één boek tussen alle gegadigden dat zich niet in een genre deed vangen en dat volgens de Griffel- en Penseeljury een boek is dat ‘qua techniek, vorm, inhoud én de combinatie hiervan een unieke plek in het Nederlandse kinderboekenlandschap opeist.’ In Ze gaan er met je neus vandoor wordt de lezer ‘meegenomen in het conflict tussen de zoekende zwarte letters en de rode letters die hun plaats opeisen in het boek en zich niet weg willen laten jagen.’ Daarbij worden de gedichten die erin staan ‘adembenemend mooi’ genoemd. Ze ‘versterken de zinloosheid van de oorlog en geven het vormexperiment een historische lading’. Kortom een ‘kunstwerk van taal’.
Tot nu toe is de Boekensleutel pas acht keer toegekend. De laatste keer was in 2012, voor het boek Het Dierelirium van professor Revillod (Uitgeverij De Harmonie) van de Spaanse makers Javier Sáez Castán en Miguel Murugarren, in een bewerking en vertaling van Professor E.I. Kipping (alias Kees van Kooten).
Dat Ted van Lieshout dit jaar de prijs krijgt uitgereikt, is de tweede keer dat een Nederlandstalige auteur hiervoor in aanmerking komt. In 1981 werd Ik heb geen naam (Uitgeverij Leopold) van Dagmar Hilarová en Miep Diekmann bekroond. Wat het winnen van deze prijs zeer bijzonder maakt. Van harte Ted van Lieshout!