Het leek een leven geleden dat ik me onder flanerende wandelaars en fietsers bevond. Met geknepen ogen tegen het zonlicht fietste ik over de dijk. Halverwege knoopte ik mijn jas open, trok de sjaal los van mijn hals.
Het leek een leven geleden dat ik me onder flanerende wandelaars en fietsers bevond. Met geknepen ogen tegen het zonlicht fietste ik over de dijk. Halverwege knoopte ik mijn jas open, trok de sjaal los van mijn hals.