je strompelde als een gewond hert door de steeg
ik had je al een poosje niet meer gezien
zonder te struikelen
Zo begon Joris Miedema zijn gedicht ‘Prooi’ over zijn aan de ziekte van Huntington lijdende vader.
je strompelde als een gewond hert door de steeg
ik had je al een poosje niet meer gezien
zonder te struikelen
Zo begon Joris Miedema zijn gedicht ‘Prooi’ over zijn aan de ziekte van Huntington lijdende vader.
Stelt u zich voor: als lezer vliegt u in volle vaart door Umberto Eco’s labyrintische bibliotheek, die naar verluidt uit zo’n 30.000 werken bestaat. Op zeker moment botst u tegen een wand vol boeken en veroorzaakt een ‘omgevallen boekenkast’: een lawine van obscure, negentiende-eeuwse boeken over uiteenlopende (maar op Eco-esque wijze met elkaar verbonden) onderwerpen als garibaldiaans militarisme, de Tempeliers en vrijmetselarij, doofpotaffaires, zwendel en bedrog, luciferiaans occultisme, kabbalistiek, Judaïstiek, negentiende-eeuwse literatuur en krantenfeuilletons, imperialisme, (contra)spionage, jezuïeten, gastronomie, freudiaanse psychoanalyse, de Risorgimento (Italiaanse eenwording), Parijs ten tijde van ‘Les travaux haussmannien’ en nog veel meer fin de siècle-aangelegenheden.