Wiskundige en kleinkunstenaar Jan Beuving is schatplichtig aan Drs. P, George Groot, Jurrian van Dongen, Maarten van Roozendaal en Kees Torn ‘maar er was nooit iets van hem geworden’, schrijft Ivo de Wijs in het voorwoord bij Beuvings bundeling teksten Ruitjesblues, ‘als hij niet zo’n uniek talent had gehad en zulke interessante voorkeuren’.