‘Was het de wind die haar naam naar hem toe liet lopen? Of gaf het lot haar een zetje? Hij stond onder een eenzame boom naast het bietenveld, in een lange jas gehuld, een grijze hoed op het hoofd, de rug naar haar toegekeerd.
‘Was het de wind die haar naam naar hem toe liet lopen? Of gaf het lot haar een zetje? Hij stond onder een eenzame boom naast het bietenveld, in een lange jas gehuld, een grijze hoed op het hoofd, de rug naar haar toegekeerd.