Joke van Leeuwen (1952) is kinderboeken- en romanschrijver, dichter, illustrator en cabaretier. In vele genres is ze thuis en combineert ze onder andere in theatervoorstellingen, jeugdliteratuur en poëziebundels.
Joke van Leeuwen (1952) is kinderboeken- en romanschrijver, dichter, illustrator en cabaretier. In vele genres is ze thuis en combineert ze onder andere in theatervoorstellingen, jeugdliteratuur en poëziebundels.
Literair Nederland moest onverhoopt verstek laten gaan bij de Nacht van de Poëzie, maar Sophie Mulder & Edo Storm, twee studenten uit Utrecht waren bereid deze Nacht voor ons te verslaan.
Zoals Ian McEwan in zijn boek Notendop beschrijft hoe Hamlet al in de baarmoeder aan het filosoferen slaat, zo belicht Joke van Leeuwen in haar nieuwste boek haar kijk op de wereld vanuit het gezichtspunt van een foetus.
Sinds het verschijnen van haar debuut De Appelmoesstraat is anders (1978) heeft de in Antwerpen wonende schrijfster Joke van Leeuwen een niet aflatende stroom van boeken geschreven, zesenvijftig in totaal.
In haar recent verschenen fabel Hier beschrijft Joke van Leeuwen met verve een fictief, tamelijk arm en dictatoriaal geleid land dat zich afsluit (of afgesloten wordt) van een rijker en vrijer buurland door een harde, onverschillige grens: een muur.
Ruim een jaar na het verschijnen van de vertaling van De jaren van Virginia Woolf, verschijnt nu voor het eerst in het Nederlands de vertaling van The Voyage Out met als titel De uitreis.
De gelukkigen die op de deze week bekend gemaakte shortlist staan zijn de debutant, Inge Schilperoord met Muidhond die ook al genomineerd werd voor de AKO-Literatuurprijs, evenals De onderwaterzwemmer van P.F.
Bij het lezen van deze laatste roman van Joke van Leeuwen dringt zich de vergelijking met de hedendaagse migrantencrisis al gauw op. Behalve vluchtelingen op de loop voor oorlogsgeweld zijn er andere buitenlanders die in Europese landen waar meer vrijheid en welvaart heersen dan in hun eigen land, een beter bestaan komen zoeken.
In het herfstnummer van poëzietijdschrift Awater merkt Jeroen Kan (voormalig presentator van VPRO’s De Avonden ) op dat het in een interview met een dichter steeds meer gaat over het leven van de dichter, dan over zijn werk.
Joke van Leeuwen neemt de lezer in Feest van het begin direct mee terug in de tijd, naar het Parijs ten tijde van de Franse revolutie (1789-1795). De tijd dat er nog koetsen reden, chirurgijns werkten, de eerste kranten werden gedrukt en de guillotine zijn entree maakte.