Owen is klein en heeft een bizarre, hoge stem. Zijn ouders zijn vreemde mensen. De moeder van Owen komt nooit buiten, zijn vader, een stugge man, bezit een steengroeve. Owen heeft een uitgesproken hekel aan katholieken want: “Zij hebben zijn ouders iets heel ergs aangedaan.”
John woont samen met zijn moeder en grootmoeder in een mooi, oud huis.