‘Toen ik vandaag uit een kort middagdutje ontwaakte, zat ‘de man zonder gezicht’ voor me. Hij had plaatsgenomen op de stoel tegenover de bank waarop ik had liggen slapen en staarde me strak aan, met zijn paar denkbeeldige ogen dat het zonder gezicht moest stellen.’
Een zesendertigjarige portretschilder neemt zijn intrek in een oud atelier.