De opening van de roman Het grote vuur, voor het eerst in het Nederlands vertaald, lijkt een zinnelijke klassieker:
‘De laatste keer dat ik met Silvia naar zee ging, kleedde ze zich tussen de jeneverbesstruiken om.
De opening van de roman Het grote vuur, voor het eerst in het Nederlands vertaald, lijkt een zinnelijke klassieker:
‘De laatste keer dat ik met Silvia naar zee ging, kleedde ze zich tussen de jeneverbesstruiken om.
Stelt u zich voor: als lezer vliegt u in volle vaart door Umberto Eco’s labyrintische bibliotheek, die naar verluidt uit zo’n 30.000 werken bestaat. Op zeker moment botst u tegen een wand vol boeken en veroorzaakt een ‘omgevallen boekenkast’: een lawine van obscure, negentiende-eeuwse boeken over uiteenlopende (maar op Eco-esque wijze met elkaar verbonden) onderwerpen als garibaldiaans militarisme, de Tempeliers en vrijmetselarij, doofpotaffaires, zwendel en bedrog, luciferiaans occultisme, kabbalistiek, Judaïstiek, negentiende-eeuwse literatuur en krantenfeuilletons, imperialisme, (contra)spionage, jezuïeten, gastronomie, freudiaanse psychoanalyse, de Risorgimento (Italiaanse eenwording), Parijs ten tijde van ‘Les travaux haussmannien’ en nog veel meer fin de siècle-aangelegenheden.