In mijn mand is de nieuwe dichtbundel van de huidige Dichter des Vaderlands Lieke Marsman (1990). In de wijsbegeerte, het vakgebied van Marsman, wemelt het van de uitspraken als zou filosoferen leren sterven zijn.
Albert Hogeweij
Met branie en manie breekt ze de taal los

Met Het jaagpad op en af levert Saskia de Jong (1973) haar vierde dichtbundel af in zestien jaar tijd. Ook ditmaal een opvallende vormgeving en een eigenzinnige omgang met interpunctie en kapitalen.
Een rijke bundel over de Joodse cultuur

Joodse gedichten is simpelweg de titel van de twintigste poëziebundel van Nachoem M. Wijnberg (1961). Bestreek de vorige bundel van de P.C. Hooft-laureaat, Afscheidswedstrijd uit 2018, het terrein van de voetbalsport, ditmaal heeft de dichter zijn speelveld verruimd tot de rijke geschiedenis van de Joodse cultuur.
Bedwelmende poëzie van een jonggestorven dichter

‘Wee, gij gouden huiveringen van de dood, / Als de ziel koelere bloesems droomt.’
Voor wie poëzie zoekt met overrijpe herfsttinten, purper & maanverlicht verderf kan zijn hart ophalen bij de jonggestorven Oostenrijkse dichter Georg Trakl (1887-1914).
Wentelen in eenzaamheid tot het hilarisch wordt

Bij uitgeverij Vleugels verschenen kort na elkaar twee novellen van de Oostenrijkse schrijver Thomas Bernhard (1931-1989) met de titels Ja (1978) en De dagschotelaars (1980). Twee opmerkelijke novellen die de overgang markeren naar het latere, rijpere werk van deze auteur waarin zijn toets lichter werd en hij het lachwekkende van het menselijk tekort toonde.
Een spoor trekkend door de geheimtaal van kreupelhout

In Kreupelhout van de Duitse schrijver, dichter en vertaler Esther Kinsky (1956), reist een naamloze vrouw twee maanden na het overlijden van haar partner M, door Noord-Italië. Het is winter en guur, geen klimaat om toeristen te verwelkomen.
Klaarwakkere en illusieloze gedichten

‘Durf te schijnen’ staat te lezen in Godface, de debuutbundel van Asha Karami, en waarachtig: deze bundel heeft zeker het lef te schijnen! En wel in een voorname goudgloed waarop de titel prijkt in zeer lange, uiteengerekte zwarte belettering, haast Art Deco.
Typische Bernhardroman waar geen normaal mens in voorkomt

Dertig jaar na zijn dood krijgt de Oostenrijkse toneel- en prozaschrijver Thomas Bernhard (1931-1989) het nog steeds voor elkaar dat Duitstalige kwaliteitskranten er met liefde het zoveelste herdenkingsartikel aan besteden.
Wijnberg maakt op overtuigende wijze het winnende doelpunt

Weinig dichters verraden zich na een paar regels. Al heb je voor het raden van dichters als Armando, Kouwenaar of Faverey niet veel nodig. Sinds de bundel Nog een grap uit 2014 heeft Nachoem Wijnberg (1961) zich ook in dit groepje geschaard, met de voor hem zo karakteristiek geworden vragende vorm.
Poëzie binnen de grenzen van het gewone

Wie z’n klassiekers kent, valt het moeilijk niet aan Cruijff te denken bij de titel Gewoon logisch. Toch komt er in dit dichtersdebuut van Janine Jongsma (1965) geen hard-boiled Cruijffiaanse logica voor.
Poezië van een sterk stilistische eenheid

Het is zijn weerspannige, evocatieve stijl die het hem doet. De Franse dichter René Char (1907-1988) is een van de belangrijkste dichters uit de twintigste eeuw van wie uitgeverij IJzer een tweetalige bloemlezing in vertaling van Anno Lampo negenendertig gedichten liet verschijnen.
Fraaie vertakkingen die ontstaan vanuit een wat troebele hoofdstroom

De van huis uit filosofe Désanne van Brederode (1970) is bekend door haar romans, essays en columns waarin ze vaak levensbeschouwelijke thema’s aansnijdt. In haar werk is ze maatschappelijk betrokken;
Recent
17 april 2011
Otto Oonk een naam die blijft bestaan
Recensie door Rein Swart
Dit romandebuut van acteur Hans Dagelet is zeer geschikt voor lezers, die houden van wild, subversief en gevaarlijk. Als men literatuur zoekt die verontrust, is men bij deze roman over de aftakelende 55-jarige advocaat Onno Oonk, leider van het gerenommeerde advocatenkantoor Oonk & Partners, aan het juiste adres.