Voor sommige boeken moet je even je best doen voordat ze je grijpen. Swamplandia! is zo’n boek.
Swamplandia! De titel alleen al irriteert direct. Vervolgens kost het enige moeite om de taal van Karen Russell te ‘leren’ lezen, moet je je neerleggen bij een veelvuldig gebruik van hoofdletters, en moet je accepteren dat je veel woorden niet kent. Het verhaal boeit nog maar matig, het kabbelt een beetje voort en je hebt geen idee hebt waar het heen gaat. Maar dan ineens slaat die irritatie om. Dat gebeurt als De Openbaring van de Baggeraar wordt verteld, het verhaal over Louis Amen, de jongeman die op huiveringwekkende manier aan zijn einde komt. Daarmee krijgt het boek vaart en zit je plotseling middenin de broeierige en mystieke wereld van de dertienjarige Ava en haar zestienjarige zusje Osceola (Ossie) in de dampige moerassen van de Everglades in Florida.
Swamplandia! is een treurig pretpark. Het is een alligatorpark dat gerund wordt door de familie Bigtree, maar alles is er gedateerd: de shows, de affiches, de bedrijfskleding, ja zelfs het herkenningsmelodietje klinkt aftands. De treurigheid druipt er vanaf en de ellende is compleet als Hilola Bigtree, de moeder van het gezin en grootste publiekstrekker voor het park, onverwacht overlijdt en er een groot nieuw pretpark op het vasteland zijn deuren opent. De bezoekers blijven weg en het gezin valt in een onbestemd gat. Kiwi, de oudste zoon van 17 heeft geen vertrouwen meer in de daadkracht van zijn vader en vindt een baan bij de concurrent. Vader Bigtree (Chief) blijft een kinderlijk vertrouwen in zichzelf en zijn nieuwe ideëen voor Swamplandia! houden en vertrekt voor onbepaalde tijd om die plannen voor te bereiden. Ava en Osceola blijven alleen achter totdat ook Osceola verdwijnt. Zij communiceert met de doden en gaat, zo heeft ze haar zusje toevertrouwd, trouwen met de geest van Louis Amen.
Dan verlaat ook Ava het veilige huis en gaat op zoek naar haar zusje. Ze krijgt hulp uit onverwachte hoek van iemand die zich De Vogelman laat noemen. Waar hij plotseling vandaan komt en waarom hij het meisje wil helpen blijft een raadsel. Het is het begin van een spookachtige tocht met een op zijn minst twijfelachtige slagingskans.
Het grootste gedeelte van het boek is vanuit Ava geschreven. Haar gedachten en de dingen die ze tegen anderen zegt zijn van een 13-jarige en doorspekt met tal van vragen die een meisje van die leeftijd door het hoofd kunnen spelen. Dat is soms ontroerend, soms geestig en soms kinderlijk naïef. De rest van het verhaal dat vanuit haar perspectief verteld wordt over de flora en fauna van het moeras, de geschiedenis van Florida en de oorspronkelijke indiaanse bewoners, heeft gelukkig niet de kinderachtige toon die je in andere boeken met een kinderperspectief soms aantreft. Karen Russell heeft deze valkuil ontweken door in het verhaal een bibliotheekboot op te voeren, een verlaten varende bibliotheek waar Ava vaak over deze onderwerpen heeft zitten lezen.
In het resterende gedeelte van het boek is Kiwi de centrale figuur. Hij heeft zijn vertrouwde maar wereldvreemde omgeving verlaten en moet het nu alleen klaren. Mooi is de tegenstelling tussen de werelden van broer en zus want hoe verder Ava verdwijnt in de zompige wereld van de mangrove vol dazen, krekelsprieten, karstgaten, ikakopruimen, zeepokken en schimmel, hoe beter Kiwi de normale wereld leert kennen en er zijn draai weet te vinden.
Zoveel woorden als Russell nodig heeft voor de aanloop van het verhaal in Swamplandia!, zo snel breit ze er een slot aan. Alle verhaallijnen, ook die van Chief Bigtree en Osceola, komen uiteindelijk samen en het verhaal komt in een sneltreinvaart tot een einde. Erg geloofwaardig zijn de laatste ontknopingen niet, maar inmiddels ben je zo gegrepen door het verhaal dat dat niet meer deert.
De tegenstelling tussen avontuur en werkelijkheid in Swamplandia! is fraai. Alles wat zich afspeelt op Swamplandia! en wat Ava daarna meemaakt, heeft een sprookjesachtige, onwerkelijke en broeierige sfeer en brengt je terug in de magie van de boeken uit je kindertijd. Maar in het verhaal van Kiwi overheerst de realiteit, en die zet je midden in een herkenbare samenleving. In de delen over Kiwi is Russell ook minder uitbundig in haar taalgebruik. Geestig wordt het als deze werelden aan het eind van het boek een eigen samengestelde werkelijkheid gaan vormen en alleen de lezer weet hoe de vork in de steel zit. De climax van het boek ligt uiteindelijk niet in het verhaal van Ava, maar in het relaas van een gezin. Langzaam maar zeker ontdek je dat het gaat over de verwerking van het verlies van een moeder, volwassen worden en de kracht van een gezin. Russell schetst dit gezin in al zijn warmte, eigenheid en kwetsbaarheid.
De doorzetter die het begin voor lief neemt, wordt dus ruimschoots beloond en gaat zelfs begrijpen dat de elementen die in aanvang zo storend waren, uiteindelijk bijdragen aan de sinistere en beklemmende sfeer van het boek. Het blijkt een zot, fantasievol verhaal waarvan je het einde wilt weten en dat meer inhoud heeft dan je aanvankelijk dacht.
Swamplandia!