Stylemeister

Boeken om zelf te houden

Boekenkastblog door Stefan Ruiters

Amsterdam, dinsdagochtend 10.00 uur. Ik stap een op twee hoog gelegen appartement  binnen, vlakbij de Beethovenstraat. ‘De champagne staat al klaar hoor, haha.’ Zo’n uitbundige ontvangst bij een boekeninkoop heb ik niet eerder gehad. Door de kamers lopend, zie ik gelijk dat deze man stijl heeft. Alles in de ruimte is zorgvuldig gecomponeerd, als een 3D-schilderij. Onmiddellijk moet ik denken aan het atelier cq de woning van Mondriaan in Parijs en New York. Uitgebalanceerd, elementair, doordacht. Maar er is een verschil: de strenge, rechtlijnige Mondriaan ving zijn wereld in de kleuren rood, geel, blauw, in dit huis is het voornamelijk het zwart en het wit die overheersen, met hier een daar grijs of een houtkleur. En de man die tegenover me staat, is het uiterste contrast in persoonlijkheid: flamboyant, hartelijk, open, met een goede dosis zelfrelativering. ‘Nou, kijk maar wat er tussen zit, joh.’ Ik zie de stapels verspreid in een zijkamer staan en in de twee ingebouwde kasten in de muur.

In zo’n huis wil je wonen, denk ik, de boeken van de grote fotografen Cartier-Bresson, Avedon, Bourke-White en Mapplethorpe doorbladerend. Het interieur is speels, met hier en daar een beeldhouwwerkje, een schilderij of een foto, dan weer een stoel van leer en hout en een robuuste tafel met graatmagere stoeltjes. De referenties aan de kunst zijn overal aanwezig: een lamp als een Alexander Calder, een schilderij dat doet denken aan een Franz Kline, een stoel die refereert aan Rietveld, een reliëf aan de muur aan het kubisme. Elke lijn, vorm of verhouding klopt. Je kunt ook denken: too much, te doordacht, bijna totalitair kunstzinnig. Maar als je nog eens goed kijkt, zie je ook stenen liggen, de planten en de nerven in het hout, ofwel de grillige vormen van de natuur naast de bedachte compositie van het interieur.

Dit is zo’n inkoop waarvan ik denk: ik wil al die boeken eigenlijk houden, ik ga ze helemaal niet in de verkoop doen. Ik ga naar huis, ik ga ze lezen, de boeken over de modernistische Weense architectuur, over de Silver Factory van Warhol, de jaren voor de Eerste Wereldoorlog in Parijs en de  19de-eeuwse tuinen van Japan. Daarna ga ik schilderen, ik timmer een stoel in elkaar, ik ga beeldhouwen, het bos in om de natuur fotografisch te betrappen op zijn allernatuurlijkste schoonheid. Ik word een estheet, een dandy! De geest van de uomo universalis wordt vaardig over mij. Heeft mijn Culturele studie aan de Universiteit van Amsterdam, toch zin gehad: ik sta open voor de bronnen en uitingen van de westerse cultuur en laaf mij eraan, inspiratio doordrenk mij! Nee, het zal allemaal wel loslopen, maar wat een heerlijke ervaringen zijn het om andermans werelden van de geest in boeken gevangen, te mogen betreden. Stylemeister, bedankt!

 

Recent

Literair Nederland - 10 jaar geleden

21 maart 2013

Vers zonder nieuw te zijn

Hier begint het leven, de nieuwste dichtbundel van Ruben van Gogh begint met de Big Bang, de geboorte van ‘Alles’ waaronder

binnen het geheel van ruimte-tijd
gevangen in de nietigheid

van zelfs nog minder dan
een stofje, een stipje

een ietsepietsje
ikje

In de korte tijd dat het er is, wordt het ikje verliefd, boos, is het soms wanhopig, een enkele keer gelukkig, rouwt het als het dierbaren verliest, kijkt het verbaasd om zich heen en is het soms innig tevreden met zichzelf.