Geen standbeeld staat op dit moment nog veilig op zijn sokkel. Burgemeesters geven opdracht aan hun ambtenaren alle standbeeelden in hun gemeente te inventariseren en te onderzoeken in hoeverre de afgebeelde persoon naar huidige maatstaven nog deugt. Colston is in zee gedumpt, Columbus neergehaald, voor Peter Stuyvesant wordt gevreest, JP Coen’s dagen zijn geteld en Winston Churchill is voorlopig ingepakt. Hoewel we ons ervoor moeten hoeden hen allemaal over één kam te scheren, hebben de beeldenstormers goede redenen voor hun acties. De met een standbeeld geëerde mannen hebben zich in het verleden bezig gehouden met slavenhandel, discriminatie of racisme, zaken die wij tegenwoordig verwerpen. Of deze beeldenstorm een goed antwoord hierop is, is de vraag. In de tijd dat deze mensen leefden, werd er anders gedacht. Bovendien zijn veel van die beelden pas veel later neergezet.
Moet je de geschiedenis herschrijven? Misschien moet je deze beelden juist laten staan. Zo roepen zij tenslotte precies die vragen op, die voortdurend gesteld moeten worden als je wilt afrekenen met de niet meer in deze tijd passende denkbeelden. De meeste beelden stammen uit de 19e eeuw, het tijdperk van de romantiek waar ook de wortels gezocht moeten worden van veel antidemocratische opvattingen. Die gaven in de 20e eeuw wel vaker aanleiding tot narigheid en maken ook tegenwoordig weer opgang. Wil je het gedachtengoed van iemand als Baudet bestrijden, laat dan die beelden staan en voer de discussie over de vraag waarom Baudet juist nu een bloemetje meent te moeten leggen bij het standbeeld van JP Coen, een erkend massamoordenaar uit de 17e eeuw over wiens optreden ook in zijn eigen tijd al verontrustende vragen werden gesteld.
Met het opruimen van getuigenissen uit het verleden, zoals standbeelden, straatnamen, boeken en films, verdwijnt ook een deel van ieders eigen geschiedenis. Soms kan het verstandig zijn een beeld weg te halen of een straatnaam te veranderen. Geschiedenis is immers een discussie zonder einde. De Vrijheidslaan in Amsterdam heette na de oorlog de Stalinlaan. Stalin had, samen met Churchill en Roosevelt, Hitler verslagen en was vlak na de oorlog populair, net als zijn partijgenoten van de CPN. Pas in 1956, als de Koude Oorlog in volle gang is en de misdaden van Stalin aan het daglicht treden, wordt de naam veranderd in Vrijheidslaan. Weinig mensen twijfelen aan de juistheid van zo’n beslissing.
Huub Bartman interesseert zich voor de twintigste-eeuwse Europese geschiedenis en zoekt naar verbindingen.