Is sneeuw de uitkomst

Een vriendin vertelde me eens over een schrijver in wiens boeken altijd een dwerg voorkwam. Ook toen ze zei dat ze een boek zonder zou schrijven, kwam er een dwerg in voor. Van sommige dingen die je schrijft, weet je niet dat je ze schrijft. In het werk van Lucas Hirsch lees ik geregeld het woord sneeuw zonder dat het sneeuwt. In het gedicht, ‘Ashuis, I.M. voor Hanna Lauinger 1923-1 mei 1945′, over de verloofde van zijn opa die zelf de oorlog overleefde. Zijn latere vrouw zat in het verzet, wat niet noemenswaardig leek: ‘Het sneeuwde onder bij het leed dat opa te verstouwen kreeg in Auschwitz.’ Als lang na de oorlog ontdekt wordt dat de verloofde van zijn opa vier dagen voor de bevrijding stierf aan een voetinfectie, grijpt het leed van die generatie hem bij de keel. ‘Ik bijt mijn tanden stuk. Mijn tong proeft as en sneeuw en hart.’ Verderop in het gedicht droomt hij dat hij zijn opa ziet slapen. ‘Waar oma normaliter zou liggen lag nu een hoopje sneeuw. Ik schatte er een verloofde, een moeder / en een leven in.’ Wanneer taal niet voldoet, woorden tot emoties vervloeien, is sneeuw de uitkomst.

Ik denk daaraan als ik halverwege Shotgun Wedding ben. Een boek over de moord op zijn vriend Derk Wiersum die hem volledig velt. Het ongeloof, intens verdriet rauw en razend. Als de tranen koud op zijn wangen liggen, ‘steken ze als de eerste sneeuw.’ Ik kijk mee onder de stolp van rouw waarin de schrijver zich bevindt. De rouwkaart met het in lichtblauw getekende portret van zijn vriend, komt in de boekenkast voor de bundels van de Beats. Lees de rugtitels: Howl, Gasoline, Kaddish. The Wasteland en Leaves of Grass ertussen. Sinds hun vijftiende lazen ze de boeken die hun idool Jim Morrison las. Als elk in een ander deel van Nederland gaat studeren, geven ze elkaar zinnen uit boeken die ze allebei gelezen hebben. De een geeft de eerste zin uit een boek, als de ander de titel weet, geeft deze de laatste zin. 

Met het verlies van zijn vriend blijven ook de woorden weg, is ‘de poëzie kapot’. Als hij hem voor een laatste keer wil zien, wordt hij gewaarschuwd, ‘Dat je in je gezicht geschoten bent.’ Daar schrik ik terug, het gaat hier niet om een gewoon dode vriend, het gaat om een vermoorde vriend.

De verschillende gradaties van rouw, verdriet, uiteenvallen, woede. Als dieptepunt de uitvaart. Er is (zwaarbewapende) beveiliging, ‘er dreigt iets, zegt men, wat van deze dood nog veel meer dood wil maken. Noem het de tijdsgeest of de geest uit de fles, een falend systeem, het maakt niet uit, het klemt mijn keel dicht en ik krijg geen lucht.’

Tien dagen na de moord verlaat de schrijver de wereld waarin hij door rouw verbonden was met vrienden en familie. Een paar maanden later lijkt alles haast gewoon. Weer afspreken met de vriendenclub, waartoe ook Derk behoorde. Een wandeling, een etentje, waarna het gemis des te groter is. ‘In de ochtend word ik wakker met duizend meter sneeuw op mijn hart. Het koelt mijn rouw, dus schudden doe ik niet.’ Dit boek is een indringende elegie om het verlies van een jeugdvriend, van een leven. De woorden werden gevonden, het beklijft ten zeerste.

 

‘Ashuis’ uit: Het Liegend Konijn (2021)


Inge Meijer is een pseudoniem, schrijft over wat ze leest.

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Inge Meijer: