Niemand had het verwacht, ook de schrijver niet die maandagavond vanuit zijn thuisland Zweden, kort voor de winnaar bekend werd gemaakt, op ludieke wijze met zijn hond zat te tafelen. Waarbij ze hapjes uitwisselden, de hond een hapje van baasjes bord kreeg, en baasje een brokje uit de hondenbak nam, er smakelijk op kauwde. Hond en baas genoten zichtbaar, een papieren feestmutsje op het hoofd. Via een onlineverbinding was dit maandagavond te zien bij NPO Nieuwsuur.
Toen bekend werd gemaakt dat de prijs naar hem ging, was de verbijstering, de schrik van zijn gezicht af te lezen. Het leek maar met moeite bij hem aan te komen dat de juryleden voor zijn boek Uit het leven van een hond, hadden gekozen. De jury koos, zoals gezegd, voor de uitzondering in de literatuur die volgens hen vooral bemand wordt door ‘moedeloze figuren in hopeloze situaties’, ze kozen voor een mensbeeld dat anderen steun kan bieden.
Ieder jaar blijkt het een martelgang te zijn voor de genomineerden voor deze grote prijs. Elk jaar is er een gedoodverfde winnaar, dit jaar Manon Uphoff, iedereen had het verwacht bleek uit teleurgesteld reacties op social media. En er was een schrijver die het nu wel eens verdiende deze prijs te winnen, Oek de Jong. En die andere vier, die hadden evengoed een betekenisvol boek geschreven.
De ochtend na de prijsuitreiking twitterde Sander Kollaard, ‘Wakker geworden. Dacht: er was iets. Vervolgens iemand met een megafoon, van zeer nabij, recht in mijn gezicht: LIBRISPRIJS! Schrok me een hoedje.’
De overige genomineerden waren:
Saskia De Coster met Nachtouders
Marijke Schermer met Liefde, als dat het is
Oek de Jong met Zwarte schuur
Manon Uphoff met Vallen is als vliegen
Wessel te Gussinklo met De hoogstapelaar