Over het belang van vorm in de literatuur bestaan veel misverstanden. Vorm wordt nogal eens aangezien voor verpakking, een versiering van de buitenkant die wijken moet wanneer de inhoud wordt aangebroken. En inhoud, daar zou het uiteindelijk allemaal om moeten gaan, althans zo luidt het misverstand.
Maar vorm en inhoud zijn niet altijd zo goed van elkaar te scheiden als cadeauverpakking van een cadeau. Vorm in de literatuur heeft vaak meer met rangschikking dan met verpakking te maken. Een potloodpunt en een diamant bestaan allebei uit koolstof maar hun vorm, de rangschikking van de atomen levert totaal verschillende eigenschappen op. Het heeft weinig zin om in een potloodpunt de kwaliteiten van diamant aan te wijzen, ook al bestaan beide uit niets anders dan koolstof.
In de nieuwe roman van Hedda Martens Op dit uur van de dag heerst vorm over inhoud als een ouderwets machtige koning over een anoniem volk. De inhoud, het verhaal, moet lange tijd wijken voor prachtige beschrijvingen van mijmeringen en kleine observaties. Het boek samenvatten of navertellen is dan ook een hachelijke onderneming, al zal ik straks een poging wagen.
Op dit uur van de dag is een roman die concentratie vereist. Het is geschreven in proza dat in de verte doet denken aan Bordewijk, of (iets dichterbij) aan Kellendonk. Het is proza dat niet oppervlakkig gelezen wil worden. Tussen lezer en boek mag even niets in staan; geen geluid, afleiding of opdringende gedachten. Wie leest in bus of trein moet dit boek thuis laten. Deze roman wil de lezer voor zichzelf hebben. Wie bereid is in die intieme leeservaring mee te gaan, wordt daar al bijna onmiddellijk voor beloond. De openingszinnen zijn gewoonweg prachtig:
‘Hij zou er misschien wel wat meer van willen weten; van die levens in gelijkvormige huizen waar men ’s avonds om de tafel zit met de lamp erboven, waar de kinderen in pyjama op de grond spelen, waar de krant in de bus kleppert langs een rafelig touwtje dat aan het eind van de dag wordt binnengehaald. Hij zou wel willen weten hoe dat voelt, door de dagen heen – als een ingestopte deken, muziekles, vakantie. Of ook als de slinger van een klok, heen en weer zonder einde.’
De roman beschrijft de wereld van Philip Boode, zijn omgang met de dingen om zich heen, zijn dagelijkse gang naar zijn kantoorbaan, waar hij de ‘Algemene dag’ vorm probeert te geven. Philip is een bijna existentiële romanfiguur, in die zin dat er een afstand lijkt te zijn tussen hem en de wereld. Zijn bestaan, zijn eigenschappen (of het gebrek daaraan) die hem vormen tot wie hij is, en de alledaagse dingen om heen, zetten hem aan tot mijmerende gedachten. Echt zwaar wordt het daarbij echter niet. Waar het bij existentialisten als Sarte en Camus uiteindelijk draait om vervreemding, angst en walging, is er bij Boode juist sprake van een stille tevredenheid. Philip Boode heeft het wel naar zijn zin in zijn kleine, zorgvuldig geordende wereld. Hij heeft een kantoorbaan, een aquarium met vissen waarvoor hij zorgen kan, een vriendin, Jeanine, en thuis een luie leren stoel waarin hij denken, roken en drinken kan.
Boode is geen held, maar ook geen antiheld. Hij is het liefst een man zonder eigenschappen. Geen zonderling maar iemand die zo vanzelfsprekend aanwezig is dat je hem niet meer opmerkt. Hij is niet sloom, nee zelfs atletisch en aantrekkelijk voor vrouwen, maar toch is hij het liefst alleen met zichzelf en zijn langzaam verglijdende gedachten die hij in zijn luie, leren stoel de vrije loop laat.
De afstand tussen hem en de wereld deert hem niet, want er zijn twee ‘vermogens’, zoals hij het zelf noemt, die hem houvast geven. Het eerste vermogen noemt hij ‘verticaal’ en stelt hem in staat herinneringen op te halen en oude ervaringen te herbeleven. Representant van dat ‘verticale’ vermogen is het antieke familiehorloge dat zo oud en zeldzaam is dat het eigenlijk zonde is het dagelijks te dragen. Het horloge is een bron van herinneringen, een houvast aan de dingen die voorbijgaan. ‘Vertikaal’ afdalen is terug gaan in de tijd. Het ‘horizontale’ vermogen gaat over leven in het hier en nu. Het stelt Philip in staat de dingen te bekijken met een intense, bijna verliefde blik. Het is dit vermogen, deze blik op de wereld die Martens via haar stijl goed weet over te brengen. Door haar zorgvuldig gebouwde zinnen slaat de mijmerende tevredenheid die Philip ondergaat ook over op de lezer.
‘… zo’n slok van zijn borrel bevalt hem heel goed, net als de sfeer in zijn kamer, het licht van de kaars dat tussen zijn samengeknepen oogleden in sterren uiteenspat en een restant olijven met in plaats van de pit een knappend stukje amandel.’
Vriendin Jeanine en de genoegens die zij brengt zijn misschien wel het beste voorbeeld van Philips ‘horizontale’ vermogen. Met deze twee vermogens, die vrij laat in de roman worden uitgelegd, weet Philip zich aan de wereld vast te klampen. Zolang hij houvast heeft, is er reden voor stille tevredenheid en kalme overpeinzingen over zijn geordend leven en kabbelend bestaan. Maar uiteindelijk blijkt het rustige leven van Philip Boode het resultaat van een teer evenwicht.
Martens laat, met nog zo’n dertig pagina’s voor het einde, het drama uiteindelijk toch nog toe in het leven van Philip. Gaandeweg begint zijn geordend leven barstjes te vertonen. Zijn horloge moet hij ter reparatie afstaan en vriendin Jeanine gaat op vakantie; wat er op duidt dat zijn horizontale en verticale vermogens hem in de steek laten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Philip letterlijk het evenwicht verliest en met zijn hoofd hard tegen een bureau valt. De verwikkelingen gaan vanaf dat moment onverwacht snel en even ben je bang dat net als Philip ook het boek zijn evenwicht verliest, maar dat blijkt niet het geval.
Boode gaat uiteindelijk ten onder. Niet aan krachten die groter zijn dan hijzelf, niet aan eenzaamheid, depressie of melancholie, maar simpelweg omdat hij uit evenwicht raakt. Boode raakt zijn greep op de wereld kwijt en verliest daarmee simpelweg een reden om nog langer te bestaan.
Toch ligt de waarde van dit boek niet in de verhaallijn, het uiteindelijke drama, maar veel meer in de prachtig vormgegeven beschrijvingen van het geordende, kabbelende leven van een kantoorman zonder eigenschappen. Het is literatuur die puur is, die de lezer aan het werk zet en dat vervolgens buitengewoon goed uitbetaalt. Op dit uur van de dag is een prachtige, kleine diamant.
Op dit uur van de dag
Auteur: Hedda Martens
Verschenen bij: Uitgeverij Querido
Aantal pagina’s: 195
Prijs: € 19,95
1 reactie
Mooi gesproken, Machiel.