Van Yolanda Entius (1961) verschenen eerder onder andere de romans Rakelings (2005) en Abdoel en Akil (2017). Entius studeerde geschiedenis, ging naar de toneelschool en werkte als actrice en regisseur. Haar nieuwste roman, getiteld Niet ik, speelt zich deels af op een toneelschool, waar hoofdpersoon Lena verliefd wordt op haar docent Dimitri. Niet ik is een boeiende personagegedreven roman over de zelfontwikkeling van een jonge vrouw.
Lena studeert aan de toneelschool maar heeft moeite met het vinden van haar plek. Ze merkt dat ze zich voortdurend te zeer bewust is van zichzelf. Van een afstand analyseert ze de rol die ze inneemt op school en in haar sociale leven. Hierdoor lukt het haar nauwelijks een andere rol te spelen, terwijl dat toch juist is wat ze op de toneelschool hoort te doen. Wanneer ze bij een project begeleiding van docent Dimitri krijgt, wordt ze verliefd op hem. Deze verliefdheid confronteert haar extra met haar eigen gebreken.
Heden en verleden als handleiding
Lena vertelt als ‘ik’ haar eigen verhaal. De gebeurtenissen in haar leven die haar gemaakt hebben tot wie ze is, hangt de auteur kundig op aan haar verliefdheid op Dimitri. Rondom dit thema weet Lena namelijk belangrijke momenten uit haar jeugd te plaatsen, waardoor ze langzaam maar zeker bepaalde gedragingen en gedachten in perspectief kan plaatsen. Deze herinneringen beschrijft Lena in de derde persoon op een koele en afstandelijke manier.
Het heden wordt afgewisseld met momenten uit het verleden en deze scènes zijn moeiteloos met elkaar verweven. Door de constante koppeling maakt Lena zichzelf indirect duidelijk hoe haar verleden haar acties en gevoelens in het heden beïnvloedt. Hierdoor is al vanaf het begin duidelijk dat er meer zit achter haar ogenschijnlijk onschuldige verliefdheid. Ze koppelt de gebeurtenissen uit haar heden en verleden aan elkaar, waaruit de impact van haar verliefdheid op haar latere leven blijkt: ‘En of het door de herinnering kwam, eerst aan mijn vader en later aan Dimitri, of aan die jurk, of gewoon door de verpletterende banaliteit van al die beweging om mij heen, die onaangedane bedrijvigheid; ik merkte dat ik stil begon te vallen. Ik stolde in de tijd.’
De door Entius zorgvuldig gekozen plaatsen van de herinneringen in het verhaal dienen als een voorbode, een waarschuwing voor de lezer: let op, dit is belangrijk, klinkt het tussen de regels door. Samen vormen heden en verleden een handleiding voor het verklaren van Lena’s persoonlijkheid. Ook Lena zelf doet af en toe een duit in het zakje en maakt duidelijk dat de gebeurtenissen zich al voltrokken hebben, dat zij erop terugkijkt en meer inzicht heeft in de situatie dan ze had op het moment van de gebeurtenis zelf. ‘Spot, vuur, ironie, tederheid, het hing van mijn stemming af wat ik erin zag,’ nuanceert Lena de gevoelens van haar jeugdige zelf.
Losbreken
Het ontbreken van een veilige basis, een thuisfront waarop ze kan terugvallen, de zoektocht naar een solide voorbeeldrol, de constante worsteling met zichzelf, haar zelfreflectie en het ontbreken van zelfvertrouwen waardoor ze constant op zoek is naar goedkeuring van anderen, zorgen ervoor dat Lena nooit volledig tot haar recht komt als actrice. De korte momenten dat dit wel lukt zijn de momenten waarop ze al haar remmingen vergeet, loslaat en er gewoon is. ‘Ik begreep wel hoe weinig ervoor nodig is om een gekooid dier op te jutten en te tergen. […] simpelweg dat iemand op het moment suprême niet thuis geeft, kan al voldoende zijn: het lont in een kruitvat. En dan, nog voor je met je ogen hebt geknipperd, drijft de razernij je naar het randje van de redelijkheid. Je valt, of nog beter: springt in een roes. Je doet wat je, vind je nu, al die tijd al had moeten doen. Eenmaal bevrijd slaat de draak zijn vleugels uit, mept met zijn staart tegen de verwachtingen waaraan hij niet kan voldoen, spuugt naar de man die hem klein hield, poept op de regels, trapt op wat hem lief is of wás […] en brult tegen zijn schaduw dat ‘we’ ‘ze’ eens alle hoeken van de kamer laten zien!’
Lena kan afstand nemen van de gebeurtenissen in haar leven door ze te vertellen. Heden en verleden treffen elkaar wederom op het einde waarin Entius alle losse eindjes mooi oppakt en samenbindt. Maar eigenlijk doet ze dit al zo goed door de hele roman heen dat het zonde is dat ze er op het einde voor kiest om Lena minutieus uit de doeken te laten doen hoe haar verliefdheid op Dimitri verweven is met het beeld dat zij van mannen heeft, en de daaropvolgende teleurstelling in mannen die haar vader al vanaf het prilste begin teweeg heeft gebracht. Het clichébeeld van een weggegooide (tastbare) herinnering in de vorm van een brief, doet concluderen dat de reis die Lena doormaakt in Niet ik interessanter is dan de ontknoping.