De angst dat je net als je moeder niet in staat bent een ander gelukkig te maken. Of dat je net zo’n dictator bent als je vader, omdat je moeder eens gezegd heeft: ‘Je bent net je vader.’ Die angst zorgt ervoor dat je struikelend door het leven gaat. Omdat het verleden je niet met rust laat. Tijd dus om op onderzoek te gaan naar de achtergrond van de familie waar je uit voortkomt.
Wat is er met de zonnebril van Kobe gebeurd? Waarom keerde haar moeder zich tegen haar dochters toen die eenmaal uit huis waren? Wat is er gebeurd met Wurm, het eerste kind van Kobe en Muis? En waarom werden de dochters niet ingelicht toen Kobe gestorven was. Dit zijn een paar van de vragen die zich aan Mees – vanuit haar perspectief wordt het verhaal verteld – opdringen wanneer haar leven lijkt te ontsporen.
In 2005 debuteerde Yolanda Entius met de roman Rakelings. Daarna volgden Alleen voor Helden (2008) en De gelukkigen (2010) en met Het kabinet van de familie Staal publiceert ze haar vierde roman. Het moet gezegd – ondanks de drama’s die zich in haar boeken op huiselijk niveau afspelen – bevatten al haar boeken een prettig enthousiaste en liefdevolle toon, die (hoe complex het verhaal ook is), de lezer bij het verhaal houdt. Ook met haar nieuwste roman is dit het geval. Hiermee kan gezegd worden dat er sprake is van een onmiskenbare Entius-stijl. Het kabinet van de familie Staal is – zonder overdrijving – het verschrikkelijke relaas van een huwelijk. Entius is erin geslaagd – zonder te psychologiseren – het verhaal achter deze familie op een verteerbare manier aan het licht te brengen.
Familie van staal
Kobe (de vader) heeft geen losse handjes of een kwade dronk die doorgaans oorzaak is van veel huiselijk leed. Hij gaat er juist prat op dat hij niet drinkt, niet rookt en niet naar de hoeren gaat. Een eerbaar man zou je denken. Niets is minder waar. Het is een miezerig mannetje die de wereld om hem heen regeert als een dictator. Hij is klein van stuk heeft een oog dat niet goed functioneert (draagt altijd een zonnebril) maar denkt toch piloot te kunnen worden. Een man van twaalf ambachten en dertien ongelukken. Of zoals Mees in de beginregels van het boek haar vader neerzet: ’(…) een kleine man, die dacht dat hij groot was, imposant, wijs, beter. (…), beter dan zijn vader die een slapjanus was (…), beter dan een arbeider die per definitie dom was (…) en beter dan zijn vrouw, die hij naar zijn zeggen uit de goot had gehaald.’
Kobe en Muis hebben drie dochters: Do, Ilse en Mees (Pimpelmees). Kobe oefent een strenge controle uit over Muis en hun dochters. Hun eerste kind – Wurm – is gestikt in zijn wiegje, later heet dat ‘wiegendood’. Kobe was op dat moment alleen met de baby. Er rust een verdenking op hem die niet wordt uitgesproken. Maar als lezer weet je genoeg. Vooral omdat Muis steeds haar gedachten moet wegstoppen, om het ergste wat gebeurd is niet onder ogen te hoeven zien. ‘ Daarbij voedde de latere uitspraak van Muis over Kobe: ‘Jij weet niet waartoe hij allemaal in staat is,’ de onzekere gedachte bij Mees, dat er met Kobe meer aan de hand was dan ze wisten.
Het is direct duidelijk dat Kobe geen gevoelens kan tonen en dit van anderen ook niet verwacht. Hij praat nergens over maar scheldt daarentegen Muis voor rot als ze het waagt te treuren om de dood van haar kind. Voor Muis wordt het een taak van levensbelang om de lieve vrede te bewaren in huize Staal. Wanneer Kobe overdag weg is voor zijn werk, kunnen de meisjes in de kamer spelen. Maar zo gauw het geluid van zijn auto in de straat klinkt moet alles snel worden weggeruimd en moeten de kinderen naar boven. Alleen als er visite is, maakt hij goede sier met de schoolresultaten van zijn jongste dochter. Dat die visite op den duur weg blijft is het gevolg van een teveel aan eigendunk bij Kobe.
Feiten en fictie
Mees verlaat als zestienjarige de ouderlijke woning. Do is getrouwd en heeft twee dochtertjes en dan nog Ilse – die van de ene psychose in de andere valt. Mees ontwikkelt zich als kunstenares en leeft met Kowalski. Ze hebben het goed samen. Tot Mees op eenenveertigjarige leeftijd zwanger wordt. Ze weet niet of ze dit wel wil. Ze krijgt steeds meer last van het verleden en besluit haar ouders – van wie ze zich de gezichten niet meer voor de geest kan halen – op te zoeken. Tijdens haar zoektocht komt ze tot de verrassende ontdekking dat Muis op haar verjaardag bloemen ontvangt met de felicitaties van Wurm. En betrapt ze Kobe zonder zonnebril op zijn balkon terwijl hij haar niet opmerkt. Ze blijken een leven te leiden waaruit het bestaan van hun drie dochters is weggesneden. Dit is zo schrijnend dat Mees in haar fantasie een constructie maakt van hoe het er bij hen vroeger aan toe ging, gespeeld door Do, Ilse en zij zelf. Op de vraag van de meisjes waarom er zo zwaar en onderdrukt geademd wordt in huize Staal, geeft Mees het antwoord: ‘Ik denk dat het is omdat we er zijn,’ (…). We mogen er niet zijn.’
Entius legt met bedrieglijk gemak verbindingen tussen feiten en fictie, die je als lezer al snel doen geloven dat alles is gegaan zoals het verteld wordt. Maar schijn bedriegt. Stukje bij beetje komen we aan de weet hoe het eraan toe ging bij de familie Staal. De feiten vergaart Mees door familieleden te ondervragen en in haar eigen herinneringen te duiken. Dat levert zo weinig op dat er nog een flinke dosis fantasie voor nodig is om er iets van te maken zodat Mees verder kan met haar leven. Ze bezoekt haar overleden oudere broer. Wurm is uitgegroeid tot Luuk en bevindt zich in het overgangsgebied van gestorven baby’s en abortussen. Een gebied dat zich laat verbeelden als een berglandschap. Waarom hij gestorven is, vraagt Mees. Waarop Luuk zegt dat hij de hooggespannen verwachtingen van Kobe nooit had kunnen waarmaken. Zulke uitspraken geven het – soms verstikkende verhaal – telkens weer een luchtigheid mee die je even op adem laat komen. Zo ook rond de dood van Wurm, alles daar omheen is met grote beklemming beschreven. Dan ontvangt Muis een kaart van een oud collega: ‘Ze schreef iets over Onze Lieve Heer en dat Wurm in goede handen was nu. Dan waren de mijne zeker fout, dacht Muis.’ Door zo’n gedachte wordt ze even boven zichzelf uitgetild.
Het kabinet
Het boek is als een ‘kantelvertelling’: het verhaal scheert rakelings langs verzonnen handelingen (het spel dat de drie zussen op volwassen leeftijd voor Kobe en Muis opvoeren met de bedoeling hen een spiegel voor te houden en dus niet plaatsvond) en verborgen feiten (Muis bewaarde liever geen grote messen in de keukenla) brengt al draaiend en buitelend een fantastisch verhaal aan het licht dat te gek lijkt voor woorden. Maar daar is Yolanda Entius dus goed in: het onzegbare met woorden verbeelden. Hierbij maakt ze ook gebruik van de tekeningen die Mees voor haar eerste tentoonstelling als kunstenaar maakte. De titel van het boek is afgeleid van deze tentoonstelling die gewijd was aan de familie Staal, getiteld: Het kabinet. De ‘tweedee’ (tweedimensionale) tekeningen zoals Mees ze noemt, vormen tezamen een kijkdoos waarin de geschiedenis van de familie Staal is vastgelegd. Indringend verhaal, zeer goed geschreven.