W.G. Sebald – Austerlitz

Zoektocht naar zijn verleden levert charmant boek op

Recensie door Rein Swart

De intrigerende roman ‘Austerlitz’ van W.G. Sebald uit 2003 begint met een bezoek van de ik-figuur, een alter ego van de schrijver, aan de Zoo in Antwerpen in de tweede helft van de jaren zestig. De uilen die hij daar ziet doen hem denken aan de vorsende blikken ‘zoals je die wel aantreft bij bepaalde schilders en filosofen, die door middel van de zuivere waarneming en het zuivere denken trachten door te dringen in de duisternis die ons omringt.’ Daarna ontmoet hij, heel en passant, de mysterieuze Austerlitz in de wachtkamer van het station, die zeer geïnteresseerd blijkt te zijn in de architecturale waarde van het gebouw.

Het verhaal loopt vanaf daar soepel aan één stuk door naar het ontrafelen van de geschiedenis van de schrandere Austerlitz, die als kleine jongen staat afgebeeld op de omslag als page van de rozenkoningin en die volgens de ik-figuur erg doet denken aan Wittgenstein.

Austerlitz is geboren voor de oorlog rond 1935 en ontheemd geraakt. Hij werkt en woont lange tijd in Londen, maar ook in Parijs en voelt zich, net als de ik-figuur, nergens thuis. Er hangt een geheimzinnige waas over het boek, die luguber wordt als van het station in Antwerpen overgestapt wordt naar het fort Breendonk in België, waar gevangenen tijdens de tweede wereldoorlog op een gruwelijke manier aan hun einde kwamen.

De ontmoetingen tussen de twee mannen komen met veel tussenkomst van tijd en vaak heel toevallig tot stand. Austerlitz begint altijd meteen te vertellen. De auteur voegt daarbij voor de duidelijkheid het tussenstukje, ‘zei Austerlitz’ aan de tekst toe, hetgeen soms een beetje veel wordt, bijvoorbeeld als Austerlitz na lange tijd en na lang zoeken Vera weer ontmoet, zijn vroegere buurvrouw en kindermeisje. ‘En zei Vera, zei Austerlitz, als we dan bij de bladzijde kwamen waarop stond dat de sneeuw tussen de takken van de bomen door dwarrelde en weldra de hele bosgrond bedekte, keek ik altijd naar haar op en dan vroeg ik: Maar als alles wit wordt, hoe weten de eekhoorntjes dan waar ze hun voorraad hebben verstopt?’ Het blijkt wel mogelijk om op die manier heel consequent een verhaal te vertellen.

Behalve de zoektocht van Austerlitz naar zijn verleden en zijn naam kent het boek ook een filosofisch element, namelijk over de tijd, die Austerlitz als leugenachtig kwalificeert en niet minder willekeurig vindt dan bijvoorbeeld een berekening zou zijn die gebaseerd was op de groei van de bomen of de duur van het uiteenvallen van een stuk kalksteen.

‘Ik heb een klok altijd iets belachelijks gevonden, iets fundamenteel leugenachtigs, misschien wel omdat ik mij, vanuit een innerlijke drang die ik zelf nooit heb begrepen, altijd heb verzet tegen de macht van de tijd en mij buiten het zogenaamde ‘tijdgebeuren’ heb geplaatst, in de hoop, zoals ik nu denk, zei Austerlitz, dat de tijd niet voorbij gaat, niet voorbij is, dat ik erachter terug kan gaan, dat alles daar net zo is als eerst of, beter gezegd, dat alle momenten van de tijd tegelijk naast elkaar bestaan, beter gezegd, dat niets van wat de geschiedenis vertelt waar is, dat het gebeurde nog helemaal niet is gebeurd maar nu pas gebeurt, op het moment dat wij eraan denken, wat natuurlijk anderzijds het troosteloze vooruitzicht opent van een voortdurende ellende en een nooit eindigende pijn.’

Ook in zijn eigen verleden kan hij wisselen van de ene tijdsperiode naar de andere, bijvoorbeeld als hij teruggaat naar het moment waarop hij door een Engelse dominee en diens vrouw werd aangenomen als hun zoon. ‘Hij zat heel alleen terzijde op een bank. Zijn benen, die in witte kniekousen waren gestoken, kwamen nog niet tot op de grond, en als het rugzakje dat hij op zijn schoot omklemd hield er niet was geweest, had ik hem waarschijnlijk niet herkend, zei Austerlitz. Maar nu herkende ik hem wel, door dat rugzakje, en voor het eerst van mijn leven zo ver ik kon terugdenken herinnerde ik mij mezelf als klein kind, op het moment dat ik begreep dat het in deze wachtruimte moest zijn geweest dat ik meer dan een halve eeuw geleden in Engeland was aangekomen.’

Door middel van melodieuze zinnen met een mooie cadans en een bedwelmende en meeslepende vertelstijl, die me herinnerde aan Nabokov, krijgen we een boeiende kost opgediend, die ook nog eens met foto’s aanschouwelijk gemaakt, zoals meteen in het begin foto’s van de eerder genoemde ogen van uilen en wetenschappers.

Er valt veel te genieten in dit boek, bijvoorbeeld over de schrijfcrisis waarin Austerlitz terecht komt. Hij vergelijkt zichzelf met een koorddanser die niet meer weet hoe hij de ene voet voor de ander moet zetten en het wankele platform onder zich ziet en over de manier waarop de dominee zijn zondagse preek voorbereidt: ‘Geen van die preken schreef hij ooit op, hij vervaardigde ze uitsluitend in zijn hoofd door zichzelf ermee te pijnigen, minstens vier dagen lang. ’s Avonds kwam hij altijd diep te neergeslagen uit zijn kamer tevoorschijn, alleen maar om er de volgende ochtend weer in te verdwijnen.’
Misschien is juist de tegenstelling tussen de kalmerende stijl en de voortijlende verhaallijn de onweerstaanbare charme van dit boek.

 

 

Omslag Austerlitz - W.G. Sebald
Austerlitz
W.G. Sebald
Vertaling door: Ria van Hengel
Verschenen bij: De Bezige Bij (2008)
ISBN: 9789023419754
332 pagina's
Prijs: € 0,00

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Recent

Een onuitgepakte koffer in elke hartkamer
5 december 2023

Een onuitgepakte koffer in elke hartkamer

Over 'Goudjakhals' van Julien Ignacio
Filosoferen over Dood en Leven
2 december 2023

Filosoferen over Dood en Leven

Over 'Jij en de Dood' van Elisabeth Helland Larsen
Vermakelijk absurdisme in verhalenbundel vol liefde
1 december 2023

Vermakelijk absurdisme in verhalenbundel vol liefde

Over 'Een stroopgraf voor de bij' van Tom Hofland
Waanzinnige necrologie over Von Neumann
28 november 2023

Waanzinnige necrologie over Von Neumann

Over 'De MANIAC' van Benjamín Labatut
Zoektocht naar jezelf
25 november 2023

Zoektocht naar jezelf

Over 'Kilometers zonlicht' van Marike Goslinga