Twintig jaar geleden overleed Herman de Coninck geheel onverwacht op 53-jarige leeftijd. Op dat moment was hij vooral in Vlaanderen een veelgelezen dichter, prozaïst en criticus. Zijn door Van Oorschot en Arbeiderspers uitgegeven poëzie bevat geen grote woorden. Onderkoeld uit hij persoonlijke, vaak pijnlijke ervaringen in zijn leven en zijn visie op de maatschappij. Behalve als dichter en schrijver van verhalen maakte hij naam als journalist en tijdschriftleider. Zijn grote trots was het door hem in 1983 opgerichte en geredigeerde Nieuw Wereldtijdschrift, wat echter nooit geworden is wat de Coninck zich er van voorgesteld had; een cultureel medium dat tot in alle uithoeken van het Nederlands taalgebied zou worden gelezen.
Het leven van deze keiharde en alcoholische werker vol ambities is getekend door succes en tegenslagen. Zijn vrouwen uit drie huwelijken hadden het er moeilijk mee dat hij ’s nachts schreef en ook overdag nauwelijks aan hen ‘toekwam’. En dan was er zijn geliefde moeder die zijn vrijmoedige schrijverij en alles daaromheen wantrouwde. Op de achtergrond een jonggestorven vader. Een pedofiel die zijn eigen kinderen met geen vinger aanraakte maar die bij tijd en wijle verdween om, zoals zij later pas begrepen, een straf uit te zitten.
Omgekeerde biografie
Het boek van de Vlaamse dichter, samengesteld door Thomas Eyskens, geeft op elke bladzijde een stukje prijs van de levensgeschiedenis. Toen met een lijst van nu errond is bedoeld als de biografie van De Coninck maar anders dan je gewend bent van een biografie: de geportretteerde is aanhoudend zelf aan het woord of een ander over hem.
De biograaf, als hij zo genoemd kan worden op grond van deze opzet, heeft ondanks de overvloed aan citaten een interessant boek afgeleverd. Het laat de lezer meeleven met de opgroeiende De Coninck in en rond de (katholieke) boekwinkel van zijn ouders in Mechelen. Met de student Germaanse filologie in Leuven, zijn ontwakend dichterschap en zijn publicaties nog vóór zijn twintigste in Vlaamse literaire tijdschriften. Met de geleidelijk doorbrekende literator in België en later ook in Nederland.
Heet van de naald
In de ‘Proloog’ zet Thomas Eyskens zijn methode uiteen: een verhaal presenteren met door hem aangebrachte hoofdlijnen zoals de literaire en journalistieke ontwikkeling van de hoofdfiguur en de vrouwen die zijn pad kruisten.
Het leven van Herman de Coninck wordt aldus heet van de naald verteld waardoor het verleden heden wordt. De biograaf en verzamelaar van materiaal laat zich als schrijver slechts zien in zinnen die lappen tekst van de ander verbindt. De biograaf als lijstenmaker, zo ziet Eyskens zichzelf in zijn voorwoord, als een schrijver die wat anderen hebben geschreven van een kader voorziet.
Vlaams
Zelfs de titel Toen met een lijst van nu errond is aan (een gedicht van) De Coninck ontleend en betekent: ‘Het verleden met een lijst van nu eromheen’. Soortgelijke woorden als ‘errond’ in Eyskens’ schaarse tekstgedeelten stuiten tegen de borst. Op school doubleren is ‘dubbelen’ en op de voorgrond treden ‘zich in de verf zetten’. Dat De Coninck ‘errond’ schrijft, al of niet als dichter, wil niet zeggen dat óók een voor een Nederlands publiek schrijvende biograaf zich zo uitdrukt. Het werkt storend wanneer Vlaamse taal gebezigd wordt in secundaire werken, bijvoorbeeld in monografieën van Vlaamse schrijvers of dichters. Je vraagt je af waarom een Noord Nederlandse uitgeverij de Vlaamse woorden van de biograaf heeft laten staan. Voor de ‘Couleur locale’ misstaan ze in een scheppend werk beslist niet en zelfs onmisbaar als exponent van de persoonlijkheid van de schrijver of dichter als Hugo Claus en natuurlijk ook van De Coninck zelf.
Biograaf treedt teveel op voorgrond
Of de titel geciteerde titel de kern raakt van het boek over de Coninck is overigens twijfelachtig. ‘Een leven voor de literatuur’ zou bijvoorbeeld beter zijn geweest, alleen al omdat zo’n titel de maker van het boek uit het centrum plaatst zoals hij zelf in zijn proloog zegt na te streven.
Eveneens twijfelachtig is Eyskens’ uitspraak over het aanbrengen van ‘hoofdlijnen’. Zijn boek maakt toch vooral de indruk van een etalage waarin een totale voorraad is uitgestald. Van de etaleur geen spoor. ‘Ik heb lang getwijfeld,’ verklaart Eyskens in zijn inleiding, ‘om mezelf in het verhaal op te nemen, maar ben daar uiteindelijk van afgestapt.’ Een zin die na kritische lezing moet betekenen dat de samensteller van het boek niet meer twijfelt en zichzelf juist niet onzichtbaar maakt. Op de geciteerde zin volgt dan wat eigenlijk bedoeld moet zijn: ‘Door de keuzes die ik gemaakt heb ben ik voortdurend in de tussenruimte aanwezig.’
Overdaad
Wanneer Toen met een lijst van nu errond een andere titel had gehad en het boek in de serie Privé-Domein was uitgebracht (en dus niet in Open-Domein, de biografiereeks van De Arbeiderspers) zou het geen vreemde eend in de bijt zijn geweest. Onder de vlag van Privé-Domein zou het boek er in de huidige versie trouwens niet helemaal mee door kunnen. Er zou in de ellenlange citaten uit de journalistieke stukken van De Coninck in gesnoeid moeten worden. Zulke overdaad haalt in Toen met een lijst van nu errond de vaart uit het verhaal. Gelukkig staan daar vele bladzijden tegenover van goede vertellers. Zodra Eyskens zelf uit de kast komt laat hij geen kritisch geluid horen. Hij laat zijn zegslieden op de loop gaan en zo presenteert hij een heiligenbeeld waarin hij zichzelf als biograaf te kijk zet.
Zie hier een filmpje van Herman de Coninck uit 1979.