In 1977 schiep Jan Wolkers het Auschwitzmonument , ook bekend als het Spiegelmonument. Naar eigen zeggen een onmogelijke taak, omdat je nooit een misdaad kunt gedenken ‘waarvan je het gevoel hebt dat die nog niet uitgewist zal zijn als onze planeet over twee of tweeduizend eeuwen in het heelal zal zijn opgelost’.
Om het onmogelijke toch te realiseren plaatste Wolkers gebroken spiegels bovenop een urn met as van Joodse slachtoffers van de Nazigruwelen. Om zo te laten zien dat de wereld sindsdien voor altijd anders is. Of, zoals Wolkers het zelf zegt: ‘Voorgoed kan op deze plaats de hemel niet meer ongeschonden weerspiegeld worden.’
Hetzelfde gevoel krijg je bij het lezen van De laatste getuigen: kinderen in de Tweede Wereldoorlog van Svetlana Alexijevitsj, een literaire variant op Wolkers’ Spiegelmonument, waarbij het ruwe, willekeurige mozaïek van glazen scherven is vervangen door honderdeneen kindergetuigenissen. Stuk voor stuk verhalen die de gruwelen van de oorlog genadeloos weerspiegelen en je naar de strot grijpen. Verhalen die je tot in je haarvaten voelt, tot in de uiterste synapsen van je zenuwen, tot in je diepste innerlijk, op een manier die je niet voor mogelijk hield. Alsof je er zelf bij bent geweest en zelf beleefde wat die kinderen meemaakten. Het onbeschrijfelijke en onnoembare. Wat is gebeurd.
Zoals de herinnering van de vierjarige Polja Pasjkevits die zag hoe haar moeder voor haar ogen werd doodgeschoten. ‘Toen ze viel ging haar jas open. Die werd helemaal rood, en ook de sneeuw om mama heen.’ Of de zesjarige Zjenja Belkevitsj die zich herinnert hoe een vliegtuig overvloog en haar moeder daarna met gespreide armen langs de weg lag. ‘We vroegen haar op te staan maar dat deed ze niet. Ze kwam niet overeind. Toen hebben soldaten haar in een lap zeildoek bewikkeld en ter plaatse in het zand begraven. We schreeuwden en smeekten: “Gooi mama’s kuil niet dicht. Als ze wakker wordt lopen we verder.” ’
Het zijn verhalen waar je dood- en doodstil van wordt. Herinnering na herinnering. Honderdeneen tekende de Wit-Russische onderzoeksjournalist Alexijevits er tussen 1978 en 2004 op, van oorlogsslachtoffers die tijdens de oorlog tussen de nul en vijftien jaar oud waren. Slachtoffers die zich herinnerden hoe de Duitsers Wit-Rusland binnen vielen en er huishielden. Die zich herinnerden hoe het voelt als je moeder voor je ogen wordt doodgeschoten. Of wat honger, ontreddering en ontmenselijking in een getto met je doet.
Het maakt De laatste getuigen geen plezierige leeskost, maar wel een noodzakelijke. Omdat vergeten nog erger zou zijn dan de herinnering. Met haar boek biedt Alexijevits lezers de kans zich in te leven in die herinneringen. Waarbij het de kracht van deze winnares van de Nobelprijs voor Literatuur (2015) is dat ze die herinneringen documenteert zonder er zelf tussen te komen. Door de kinderen van toen aan het woord te laten. Omdat zij de laatsten zijn die de dingen hebben meegemaakt die verteld moeten worden. Toen het nog kon.
‘Wij zijn de laatste getuigen. Ons tijdperk loopt ten einde. We moeten ons verhaal nog doen…’