‘Den 3 may vrijdach ben ick eerst bij de princes Albertina te bedde gegaen’. Dit noteerde de Friese stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz daags na zijn huwelijk met Albertine Agnes van Oranje Nassau in zijn dagboek. Het ging in dit huwelijk niet om liefde, maar om nageslacht. De dynastie moest voortbestaan. In het huwelijkscontract liet Willem Frederik vastleggen dat de ‘bruijloft ende copulatie’ meteen na de ondertekening van het huwelijkscontract zouden plaatsvinden.
Wie is Albertine Agnes?
Als vijfde dochter uit het huwelijk van stadhouder Frederik Hendrik met Amalia van Solms is Albertine Agnes politiek alleen van betekenis als mogelijke huwelijkspartner. De rol van vrouwen in het politieke leven was in de 17e eeuw marginaal. Alles draaide om de zoon, de erfopvolger, haar oudere broer, de toekomstige stadhouder Willem II. Voor de meeste mensen is Albertine Agnes dan ook een vrijwel onbekende vrouw. Het feit dat Sunny Jansen een biografie schrijft over Albertine Agnes prikkelt dan ook de nieuwsgierigheid, zeker omdat zij gepresenteerd wordt als de redder van Friesland in het Rampjaar 1672.
Vorstelijke ambities
Aan het eind van de Tachtigjarige Oorlog was de Republiek uitgegroeid tot een van de economisch machtigste staten van Europa. Frederik Hendrik en Amalia van Solms wilden dit ook uitstralen door zich koninklijke allures aan te meten, hoewel de Oranjes zich in status totaal niet konden meten met die van echte koningen. Zij putten zich uit in het bouwen van schitterende paleizen beschilderd door de grootste schilders van hun tijd. Het hof van Amalia van Solms werd gefrequenteerd door alle groten der aarde. Albertine Agnes groeide op in weelde en met het besef dat status en macht twee kanten zijn van dezelfde medaille. Haar moeder, Amalia van Solms, deed er alles aan om voor haar kinderen een aanzienlijke partij te vinden. Haar zoon Willem II liet zij trouwen met Mary Stuart, een dochter van de Engelse koning Karel I, maar toen de Friese stadhouder en familielid Willem Frederik zijn oog op Albertine Agnes liet vallen, hield Amalia de boot af. De Haagse en de Friese Oranjes waren met elkaar gebrouilleerd om politieke redenen. Bovendien vonden zij en Albertine Agnes Willem Frederik te oud, te saai en was zijn Friese hof te armoedig en te provinciaal. Uit zijn dagboeken weten wij dat Willem Frederik vasthoudend was en niet van plan zich gemakkelijk te laten afschepen. Pas jaren later, toen de politieke verhoudingen veranderd waren, stemde Amalia toch toe in het huwelijk. Zelf had Albertine Agnes hier weinig over te zeggen. Op 18 januari 1657 was het dan zover, de geboorte van een Friese troonopvolger, Hendrik Casimir II.
Van goede leerling tot politiek zwaargewicht
Willem Frederik had zich inmiddels goed ingewerkt en zich de finesses van de ingewikkelde Friese politiek eigen gemaakt. De invloed van de plattelandsadel, de grietenijen, was in Friesland veel groter dan in Holland. Landbezit legde een veel groter gewicht in de schaal dan de handel. Hij slaagde erin een heel netwerk op te bouwen van relaties bij de Friese adel en regenten. Zo wist hij niet alleen zijn opvolging veilig te stellen, maar ook steun van de adellijke heren los te krijgen in geval Albertine Agnes als voogd zou moeten optreden voor haar zoon. Als Willem Frederik zich in 1664 per ongeluk zelf dodelijk verwondt met een pistoolschot, komt Albertine Agnes er alleen voor te staan. Zij heeft haar tijd echter goed besteed en zich de werkwijze van haar man zaliger eigen gemaakt door zich in te werken in diens netwerk en daar haar eigen stempel op te drukken. Sunny Jansen slaagt er in de figuur van Albertine Agnes in de ontwikkeling van dit politieke steekspel tot leven te brengen. Zij laat zien hoe Albertine Agnes zich steeds meer ontpopt tot een gezaghebbende figuur in het Friese politieke krachtenveld en vecht voor de belangen van haar zoon. Dit doet zij door optimaal gebruik te maken van de formele en vooral de informele kant van haar voogdijschap en later haar regentschap. Jansen laat haar held steeds verder groeien en weet haar zelfs te promoveren tot een soort moeder van Friesland als zij erin slaagt in het Rampjaar 1672 de Münsterse bisschop ‘Bommen Berend’ met de staart tussen de benen te laten afdruipen. Albertine Agnes weet door daadkrachtig optreden en gesteund door de gereformeerde predikanten (Doelisten) die grote invloed hebben op het ‘gemene’ volk de inertie van de Friese regenten en de Friese adel om daadwerkelijk maatregelen te nemen ter verdediging van Friesland te breken. Toch levert zij zich niet helemaal uit aan de Doelisten. Zij weet dat zij in de toekomst de regenten en de adel weer nodig zal hebben om de belangen van de dynastie veilig te stellen.
Meer dan alleen een biografie
Sunny Jansen heeft haar boek gebaseerd op prachtig bronnenmateriaal en zij geeft een uitgebreide literaire verantwoording. Een aantrekkelijke kant van het boek ligt in het feit dat het Rampjaar nu eens niet belicht wordt vanuit het Hollandse perspectief zoals in het standaardwerk van Luc Panhuysen daarover, maar vanuit het Friese perspectief, waar niet alleen een andere tak van de Oranjes in het zadel zat, maar waar ook de politieke verhoudingen totaal anders waren. Het laat zien dat de Republiek meer was dan Holland alleen. Jansens keuze om dit te laten zien aan de hand van een biografie van Albertine Agnes is zonder meer geslaagd te noemen. Het maakt een taaie materie invoelbaar en levend. Jansen laat Albertine Agnes zien als een onvermoeibare en geraffineerde strijder voor de belangen van haar zoon en de dynastie. Haar drijfveren om op te komen voor de belangen van Friesland zijn vooral van dynastieke aard, niet nationaal. Jansen portretteert haar als een weliswaar sterke vrouw met grote capaciteiten, maar niet als een feminist avant la lettre. Albertine Agnes is een conservatieve vrouw en representant van de normen en waarden die passen bij de standenmaatschappij van de 17e eeuw.