Zowat gelijktijdig verschenen twee verzamelbundels: Het beste van Atlas en Het eerste van Fosfor. Atlas was een tijdschrift in boekvorm waarin longreads werden gepubliceerd van schrijvers als Jan Brokken en Geert Mak. Het tijdschrift is niet meer. Frank Westerman, die erin debuteerde, stelde nu Het eerste van Fosfor samen. Fosfor is een digitale uitgever van longreads en e-boeken.
Beide uitgaven zijn schatplichtig aan het New Journalism van auteurs als Truman Capote en Tom Wolfe. Frits van Exter, hoofdredacteur van Vrij Nederland, zong er onlangs ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van het weekblad nog de lofzang over in het praatprogramma in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam, OBA Live (10 september jl.). De beste omschrijving die aan New Journalism en longreads kan worden gegeven, is wellicht: ‘lange journalistieke verhalen’, literatuur van feiten. Iedereen kent het genre, van Hoe God verdween uit Jorwerd (1996) tot Congo van David Van Reybrouck (2010) en De vergelding van Jan Brokken (2013).
Geestig is dat Tijs van den Boomen in het eerste journalistieke verhaal uit Het eerste van Fosfor, ‘Turtle 1. De auto uit Afrika’, al dan niet toevallig meteen al speelt met begrippen uit het genre: lang verhaal en slow food: ‘Lang verhaal kort: “Laten we de auto de Turtle dopen, de Turtle 1, want het is een eerste versie”. Even blijft het stil. Doctor Waco neemt als eerste het woord: “Het is een prachtige naam, de schildpad staat voor slow but steady”.’ Het is een verhaal met onderkoelde humor: ‘”Don’t worry”, zegt George, “komt in orde”. Dus niet.’ En: ‘In allerijl moesten monteurs nog op zoek naar een andere versnellingsbak, nieuwe schokbrekers voor de vleugeldeuren en nog zo een en ander.’
Net als in andere journalistieke of literaire uitingen verschilt de vorm van een longread ook. Van een interview, zoals in De man die naar Mars wilde van Joris van Casteren, tot verschillende lettertypen die afwisselend heden en verleden of realiteit en overpeinzingen weergeven in respectievelijk rechte en cursieve letters, zoals in Elfie Tromps Alfateef en Rasit Elibols Camping Blues.
De onderwerpen lopen uiteen van de bouw van een auto in Ghana, Martijn Kroezen, de man die een enkeltje naar Mars probeerde te boeken, hondenshows, Alasam S., die in 2011 in het Groningse Baflo zijn vriendin Renske Hekman en motoragent Dick Haveman vermoordde, de beschieting op de Dam op 7 mei 1945, en het fenomeen kamperen tot het invriezen van lijken om ze eens weer tot leven te kunnen wekken (cryonisme).
De overeenkomst tussen alle longreads, inclusief een toegift van de uitgever, een true crime van de godfather van Fosfor, Frank Westerman, is een constant hoog niveau. Indrukwekkend in het verhaal van Rob Zijlstra is bijvoorbeeld dat hij, na een uitgebreide beschrijving van het proces tegen Alasam S. een witregel invoegt, gevolgd door slechts één woord: ‘Levenslang’.
Het minst geslaagde verhaal is misschien dat van Auke Kok. Hierin ontmythologiseert hij de rol van de Binnenlandse Strijdkrachten, iets dat op zich al eerder is gedaan. Wat stoort zijn soms overbodige opmerkingen en minder fijnzinnige humor. Overbodig en pijnlijk is de zinsnede: ‘Als ze die vlag had thuisgelaten was ze misschien wel heel oud geworden’ nadat is beschreven dat koerierster Annick van Hardeveld in een Nederlandse vlag gehuld zich op 4 mei 1945 op straat waagde. Minder fijnzinnig is een opmerking als: ‘Er zijn tijdens de Drie Dwaze Dagen niet alleen in de schaduw van De Bijenkorf maar op zovele andere plaatsen mensen gesneuveld’.
Wat mist, is een register met informatie over de auteurs, hoewel die achtergrondgegevens wel op de website van Fosfor zijn terug te vinden. Net als uiteraard nieuwe longreads. Misschien leiden die naar Het tweede van Fosfor. Wie weet. Het smaakt in ieder geval naar meer.
Het eerste van Fosfor
Samengesteld door: Frank Westerman
Verschenen bij: Atlas Contact/Fosfor
Aantal pagina’s: 348
Prijs: € 19,99