In Het witte land van Rob Verschuren ontvlucht een man zijn midlifecrisis en de moderne wereld door op zoek te gaan naar een hem onbekende vrouw in een uithoek van de aarde. Reclameman Bobby West heeft zojuist zijn vriendin verloren. In een fotoboek ziet hij een afbeelding van een vrouw in een onbekend Aziatisch land. Iets in de foto raakt hem diep en de vrouw op de foto fascineert hem. Omdat hij verder niks te verliezen heeft stapt hij op het vliegtuig om haar te vinden. Zonder verwachtingen vertrekt hij, op zoek naar mysterie in het verre Azië. Vergezeld door Don Quichot op zijn e-reader.
Bij aankomst wordt hij begroet door een troosteloos front van goedkope hotels aan een boulevard en bussen vol Bulgaren. In de eerste bar die hij binnen gaat treft hij alleen buitenlanders. Waaronder de pragmatische Patrick, die voor de vrouwen is gekomen en de liefde beschouwt als een kwestie van vraag en aanbod. Opvallend is dat veel van de personages die Bobby ontmoet sterkere meningen hebben dan hij, zoals de Duitse Rosa die hem probeert te werven voor haar doel. Rosa geeft kinderen gratis Engelse les en is naar het land gekomen om de islam te ontvluchten, ‘dat achterlijke geloof waar je respect voor moet hebben’. Bobby beziet het van een afstand en stemt toe om een van haar lessen bij te wonen om van haar af te zijn. Rosa’s lesmethoden roepen afkeer op bij Bobby die een hekel heeft aan alle vormen van macht en beïnvloeding. In de omgang met anderen beperkt hij zich tot ironie en afstand. Zijn ex verwijt hem in een brief dat hij ‘ironie gebruikt om elk gevoel buiten te houden en serieuze gesprekken te vermijden’. Hij geeft haar gelijk, maar is niet van zins om dit te veranderen.
Vlucht voor de wereld
Dat Bobby’s zoektocht een veel breder doel heeft dan alleen de vrouw vinden blijkt als hij rondreist door de stad waar de foto van de vrouw genomen is. Hij wil door het ‘land dwalen als door een abstract schilderij’ waarbij hij altijd toeschouwer blijft. Hij is zich bewust van het absurde van zijn fantasie de vrouw te kunnen vinden. Toch was het geen wanhoopsdaad maar eerder een weloverwogen beslissing om het roer om te gooien. De sleur van het bedrijfsleven verveelde hem en hij had niets of niemand om voor te blijven. Zijn grootste genoegen bestond uit het lezen van de krant en zich vrolijk maken over de ellende van anderen. Er ontbrak een diepere laag van betekenis in zijn leven. Waar hij die hiervóór vond in zijn kunstboeken, als vlucht voor de wereld, is dat na het zien van de foto van de vrouw niet meer voldoende.
Ondertussen gaat Bobby op in het stadse straatleven. Zijn maaltijden eet hij bij de vele stalletjes langs de weg en zijn zoektocht leidt hem langs de excessen van de stad. Zonder richting of doel dwaalt hij rond, niet op zoek naar begrip of contact.
Het land zoals het wordt beschreven is een land van uitersten. De bevolking is verdeeld in twee groepen: de Roden en de Blauwen, beide met een ander godsbeeld, wat de reden vormt voor hun eeuwigdurende strijd. Het verdeelde land met ongerepte natuur en mistroostige communistische architectuur doet vreemd aan. Toch lijkt Bobby zich er steeds meer thuis te voelen, afgaande op zijn dieper wordende fascinatie.
Bleke Orchidee
Op zoek naar het hart van de stad trekt Bobby door de straten. Door de chaotische vismarkt en een gruizig industrieterrein komt hij bij een loods waar een vrouw in het wit op een chaise longue transacties afhandelt. Ze wenkt hem binnen, waar hij gaat zitten op een stapel opgevouwen karton en begint te observeren. Verschillende vrouwen brengen hun afval dat gewogen wordt en waarvoor de vrouw in het wit betaalt. De vrouw fascineert hem, en hij verbaast zich over het hele gebeuren. Bij het afscheid vraagt ze om geld, Bobby stemt toe. Vanaf die dag komt hij dagelijks in de loods om het spel te observeren, de vrouw noemt hij zijn ‘Bleke Orchidee’.
Elke dag ontvouwt zich hetzelfde tafereel. De loods doet Bobby denken aan een kathedraal en de vrouw in het wit aan een priesteres. Voor religie heeft Bobby geen aanleg, maar hij is bereid om alles te offeren aan de vrouw in het wit die een soort Piëta voor hem wordt. Terwijl hij wacht op een wonder treft hem op een dag iets heel anders als hij onder het rolluik doorloopt.
Anti absolute standpunten
In het boek zit ook een zekere spanning tussen de westerse idealen en de Aziatische manier van leven. Verschuren laat Bobby de komende opkomst van het Aziatische continent overdenken: ‘de nieuwe veroveraars uit het Oosten zouden komen op de stormwind van een economische omwenteling.’ Het Westen heeft afgedaan, vandaar dat Bobby het ontvlucht. Het gemakkelijke idealisme van wereldverbeteraars, vertolkt door Rosa en Don Quichot, is voor Bobby geen oplossing. Hij verfoeit alle absolute standpunten. Ondanks zijn zogenaamde open houding is Bobby wel snel met zijn oordeel. Hij heeft een behoorlijk eurocentrisch wereldbeeld, andere landen zijn een ‘negorij’ en in zijn hoofd is hij wel erg snel bereid om de motieven van anderen zwart te maken.
Het witte land is een onderhoudende en prettig geschreven novelle met mooie metaforen en reflecties over kunst. Bobby heeft een zwak voor het abstract expressionisme van kunstenaars als Rothko en De Kooning. Voor hem spreekt een schilderij meer tot de verbeelding dan woorden kunnen. De vergelijkingen zijn hier ook naar. Een lichtspel is een ‘chiaroscuro’ en als Bobby de steegjes doorwandelt wonen de bewoners van dit doolhof in de etsen van Piranesi. Verschuren bereist de ‘provincies van de verbeelding’ die niet per se ergens heen voeren. Het is een cliché, maar in dit geval is de reis zeker meer de moeite waard dan de bestemming. De reis van Bobby leidt hem naar de vrouw in het wit en uiteindelijk het grote onbekende. De orchidee, die bloeit uit afval, vormt een passend beeld bij de weg die Bobby aflegt op zoek naar zijn bestemming.