Poëzie heeft de naam moeilijk te zijn. Met haar bekroonde bundel Alle wensen van de wereld laat Rian Visser zien dat het tegendeel heel goed waar kan zijn. Dat doet ze meteen in het openingsgedicht Half. We komen elkaar / halverwege / tegen luidt de eerste zin. Vervolgens beschrijft de dichter hoe een handdruk, een knipoog en een glimlach pas echt waarde hebben als we ze met een ander kunnen delen.
We geven elkaar
een halve handdruk:
jij de hand en ik de druk.
Een halve knipoog:
jij de knip en ik het oog.
Een halve glimlach:
jij de glim en ik de lach.
Lees de hele recensie op Jong Literair Nederland