Langzaam ontvouwt de roman zich en geeft het verhaal prijs. Eerst wordt de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt beschreven, en na enige tijd ook benoemd: Zuid-Limburg (de lezer had dat al begrepen). Vervolgens wordt duidelijk dat het ik-personage een vrouw is die Sabine heet. Sabine rijdt in haar auto op goed geluk, om als erfgoedspecialiste de omgeving te verkennen, met een lege tank in noodweer een verkeerde weg in. Ze belandt per ongeluk door een openstaand hek op het privéterrein van Oldenhage, een boerderij waar een vader, oma en twee zusjes, Madeleine en Livia, wonen. De meisjes zijn alleen thuis, omdat vader en de zieke oma naar het ziekenhuis zijn.
Sabine is, nadat ze het hek is doorgereden, in een lang vervlogen tijd terechtgekomen. Alleen de bokkenrijders en klopgeesten lijken er nog aan te ontbreken. De sfeertekeningen zijn raak: ‘Toen ik even later de keuken betrad, plensde het zonlicht daar naar binnen, doorspikkeld met glinsterende stofdeeltjes’. Dat geldt ook voor de filosofische bespiegelingen over de twee zusjes, die Sabine eigenlijk wil vergeten omdat het haar primair om de hoeve lijkt te gaan: ‘Wat blijft er van je eigen geschiedenis over als je niet meer bestaat in die van een ander? Dan resten er alleen maar rafels, als in een tot op de draad versleten jas waar je ooit blij mee was, maar die nu geen warmte meer geeft en die je daarom zonder enige emotie tussen de aardappelschillen en koffiecups bij het huisvuil kunt proppen.’
Tijd
Het lijkt of Sabine in een loop, een lus in de tijd, is beland waarin de gebeurtenissen zich keer op keer herhalen zonder dat ze eraan kan ontsnappen.
De tijd verloopt aan het begin van het boek in elk hoofdstuk met iets minder dan een uur, terwijl de twee trage zusjes haast stil lijken te staan in de tijd. De kloktijd is een terugkerend fenomeen in deze roman van Renate Dorrestein. De paardenstaart van een van de meisjes zwierde ‘als de slinger van een klok heen en weer’, terwijl Sabine denkt dat het overleven van haar scheiding ‘gewoon een kwestie van tijd, tijd en nog eens tijd’ is en ‘iedere seconde haar dichter bij’ de genezing van de gevolgen daarvan brengt.
Herinneren
Mondjesmaat worden details vermeld die – overigens al vanaf het stranden van de auto – de onbehaaglijkheid die hoort bij een gothic novel, een griezelroman, oproepen. Een pompbediende die verstart als Sabine vertelt dat haar gestrande auto bij de twee zusjes staat en mompelt: ‘God sta ze bij.’ Tegen wie? Tegen hun vader, Ennis, die na door een geit op zijn voet te zijn getrapt ‘zijn tanden in een pijngrimas ontblootte’? Die zachtjes lachte ‘op een niet erg aangename manier’?
Er is sprake van een ongeluk, dat ruim twee jaar voor Sabine’s aankomst op het erf is gebeurd en ‘in Livia’s belang’ toegedekt wordt gehouden. Het gaat om iets dat ze op haar geweten zou hebben en zich niet meer kan herinneren.
Dat aspect, herinneren, speelt in het boek een grote rol en duikt regelmatig op een knappe manier op, maar ten diepste gaat het boek over identiteit en de vraag of iemand jouw plaats in kan nemen, zoals dat speelt tussen de beide zusjes, de ene schuldig en de andere niet. Over hoe het, als de een de plaats van de ander in kan nemen, zit met vergeving en schuld, en of een ander, een buitenstaander zoals Sabine, een reddende engel kan zijn.
Gothic novel
Volgens de flap van Dorresteins twintigste roman is dit boek zowel een gothic novel als een psychologische roman, een combinatie die we ook uit Dorresteins eerdere werk kennen. De elementen zijn ernaar: Reddende engel speelt op een afgelegen locatie in Zuid-Limburg, de context de boerderij is archaïsch, met een boze moeder en een zoon, Ennis, die als een patriarch fungeert, terwijl het met de twee dochters niet helemaal klopt en de ik-figuur als een vreemdeling tussen alles door laveert en geheim na geheim blootlegt, evenzeer een item in het werk van Dorrestein.
Het psychologische aspect zit onder meer in het thema herinneren en het verdringen of toedekken van herinneringen. De plaatsvervanging van de twee zussen zou je zelfs religieus kunnen duiden.
Dit maakt dat de roman verschillende lagen heeft die aansluiten op hedendaagse debatten over bijvoorbeeld de werking van het brein (herinneringen en het verdringen daarvan), identiteit, empathie, compassie en de negatieve tegenhangers, zoals opportunisme en egocentrisme.
Dorrestein weet deze lagen en elementen op een bijzonder knappe (soms haast te nadrukkelijke) manier in haar spannende verhaal te verweven, maar ook als pure gothic novel valt er veel aan Reddende engel te beleven.
2 reacties
Els, wat bedoel je precies met de plaatsvervanging van de twee zussen zou je ook religieus kunnen duiden?
Het antwoord van Els van Swol:
‘Sabine, de hoofdpersoon van het boek, vraagt zich af of Madeleine niet de plaatsvervanger is van haar zus Alicia en zo haar schuld op zich neemt. Dit deed mij denken aan de opvatting van het woord “plaatsvervanging” bij sommige theologen, waarbij de kruisdood van Jezus van Nazareth al dan niet terecht wordt gezien als straf voor onze zonde.’