Naast dat literaire tijdschriften een podium zijn voor literaire, niet eerder gepubliceerde bijdragen, is het ook een podium voor beeldende kunstenaars, al spelen ze een begeleidende rol. De cover van deze editie is gesierd met een linosnede van Anne Caesar van Wieren. Een schaap in de armen van een wolf (niet de wolf alleen in kleren, ook het schaap). De wolf huilt met opgeheven kop en gesloten ogen vol overtuiging naar een felrode maan, het schaap, met sluw toegeknepen oog, kijkt weg uit de omhelzing, als wil het zeggen: ‘geloof niets van wat u hier ziet’. Dan ontstaat de neiging te geloven dat wat er in deze editite aan literair werk is opgenomen, te maken heeft met verborgen agenda’s, versluierde waarheden.
Sasja Janssen opent met het gedicht ‘Virgula’. Is dit een godin, een plant? Nee, het is een middeleeuws interpunctieteken, gebruikt om in een tekst een rustmoment aan te brengen. Maar Sasja Janssen schept haar eigen Virgula, als getuige van een schakelmoment in een leven. Waar in kamers met een bed en koelkast, in een shagrokend tijdperk met een liefde geleefd wordt, tot die liefde eindigt: ‘en daar kom jij pas goed tot leven, Virgula, in het uitzicht op een grote sparrenboom, / in de groene eenzaamheid, ik slaap nog een laatste nacht bij de jongen, dan loeit de ochtend ineens vertrek en ik steel het lage bed met mijn wollen deken, stijf van / ouderdom // de witte kat huilt, en samen wachten we, we wachten tot iemand ons uit deze kamer haalt’ Virgula als interpunctie in het leven van een dichteres, schakelend naar nieuwe richtingen.
Bepaald evenwicht in poëzie
Vijf gedichten van Maarten Buser, waarin een zoeken naar houvast, wegzinken in beelden, in gedachten. Fijne gedichten die een bepaald evenwicht hebben bereikt tussen waarneming, woordkeuze en indeling van strofen.
‘Hoorbaar ademt het tuinafval
Ik wil geloven want dat geeft vorm
Onder de aangeharkte bladeren slaapt
een wolf. Kan iemand me bijpraten
over de regels, vandaag nog?
Iemand heeft een wildrooster
gefiguurzaagd en ik blader door
(…)’
Van de Somalische dichter en schrijver Alara Adilow zijn drie gedichten opgenomen. Getiteld, ‘In het dagelijkse’, ‘Het spijt me moeder’ en ‘De grot’, indringende poëzie, over seksuele geaardheid, soms bezwerend, doortastend, vaak met een mythische lading, maar zeer aansprekend. De laatste strofe van ‘De grot’, Seizoenen verschroeien, / rivieren spartelen in de hitte als vissen op het droge. / We verliezen elkaar in het felle licht. / Kiezen op de dood te wachten / bij de oevers van een kaal geworden waterlichaam. De dood rijdt aan op een mank stekeldier.’ En lees meer van haar in Tirade.
Meer poëzie van de Zuid Afrikaanse dichter Pieter Odendaal, vertaald door Jente Rhebergen en Willemijn van den Geest, van Sean O’Brien, vertaald door Willem Groenewegen, en Tonnus Oosterhoff.
Lees de verhalen
Van Viktor Frölke een geweldig mooi verhaal over moeder/zoon relatie. ‘Waarom ik met mijn moeder ben getrouwd’. Zoon gaat met zijn moeder naar Parijs en vraagt zich gaandeweg van alles af over de aard van hun relatie. ‘(…) we besluiten te wandelen naar Hotel du Vieux Saule, een romantisch hotelletje in de Marais waar ik eerder met mijn vrouw sliep. Kan het Freudiaanser? Vast, maar voorlopig is dit me Freudiaans genoeg.’
Ze delen dezelfde hotelkamer, hij begint te fantaseren hoe het zou zijn met zijn moeder te vrijen. ‘Een van de oudste en moreel diepst verankerde verbodsbepalingen uit de menselijke samenleving behoedt me hiervoor. Maar waarom (…)? In de pianiste van Elfriede Jelinek houdt een alleenstaande moeder haar dochter in gijzeling. Maar er is mij geen verhaal bekend van een moeder en een volwassen zoon die met elkaar naar bed gaan – gewoon, omdat ze dat leuk vinden. Aan de andere kant, misschien is het ook niet leuk – een beetje zoals zand eten. Het kan wel, maar is niet leuk.’
Later bekijkt de zoon een foto, een selfie genomen toen ze in de wachtkamer van Gare du Nord zaten. De moeder in spijkerbroek, krant uitgespreid over haar benen, zoon lezend in Verzamelde Gerard Reve, ‘beiden content met elkaar en de situatie. Zo zit ik met mijn vrouw zelden, omdat zij geen hardcore lezer is.’ Ja, om het verhaal helemaal te lezen, lees deze Tirade.
Waarin ook een verhaal van Lia Tilon, schrijfster van onder meer de prachtige roman Archivaris van de wereld. ‘Los draad’ is een beklemmend verhaal met details die je op de feitelijke beelden drukken zonder dat er veel wordt uitgelegd. Over de bevreemding van een vrouw ten opzichte van het harde leven. Ze denkt zich een leven waarin ze zwanger is, haar man aandachtig is, de dingen verzorgd worden. Tegen alles in gelooft ze dat het goed komt. ‘(…) met twee handen tegelijk duwt ze tegen de ijzeren schommel. Hij is niet stuk, hij kraakt alleen maar alsof. Eigenlijk denkt ze, klinkt het als de roep van een vogel, misschien een roodstaart.’ Prachtig beeld.
Meer verhalen van Fabienne Rachmadiev, Alejandro Morellón, Sofie Lakmaker (fragment uit De geschiedenis van mijn seksualiteit), en een fragment uit een roman van Inge Bever waar nog aan gewerkt wordt. En alles wat in deze Tirade is opgenomen is waarachtig en toont de werkelijkheid in vele gedaanten.
Hier is Tirade te bestellen.