Rachel Cusk – De tweede plaats

Een slang in het paradijs

Recensie door Helena van Dijk

De elfde roman van Rachel Cusk (1967) heet De tweede plaats. Het boek is vertaald door Marijke Versluys. Cusk geniet veel bekendheid door haar Contouren-trilogie, waarin ze het plot ondergeschikt maakte aan een bijzondere melange van essayistische uitweidingen en autofictie. Lezers ervaren de trilogie als observerend en objectief. Haar eerdere werk (autobiografisch werk over moederschap en echtscheiding) is veel traditioneler van aard. In haar nieuwste boek heeft ze een aantrekkelijke tussenvorm gevonden.

Vertelster M, die schrijfster is, neemt de lezer mee in een lange monoloog, waarin ze zich richt tot een zekere Jeffers. Alhoewel de precieze relatie tussen M en Jeffers onbekend blijft is wel duidelijk dat M in het verleden al veel details over haar leven aan hem heeft toevertrouwd. De eerste bladzijden van De tweede plaats zijn nogal omineus: de vertelster beschrijft aan Jeffers hoe ze ooit tijdens een treinreis vanuit Parijs de duivel ontmoette en dat alle aspecten van haar leven vanwege die ontmoeting doortrokken raakten van een kwaad dat gewoonlijk onder de oppervlakte blijft. De onsmakelijke verschijning met zijn groenige en bloeddoorlopen ogen, pafferige voorkomen en gore gebit met in het midden een zwarte tand achtervolgt haar door de trein. De angst die ze aan die ontmoeting heeft overgehouden draagt ze al jaren met zich mee. Vlak voordat ze uit Parijs vertrok blijkt ze een expositie bezocht te hebben van schilder L. Diens schilderijen (met name de landschappen) spraken haar op een bijzondere manier aan. Ze zorgden niet alleen voor een bepaalde sensatie die beeldende kunst kan oproepen, maar ze ‘vonden’ ook woorden in haar.

Gesprekken over kunst en literatuur

Vijftien jaar later woont M met haar echtgenoot Tony in een zeer afgelegen streek aan de kust. Aan Jeffers beschrijft ze Tony als praktisch, zwijgzaam en schaamteloos. Tony en M hebben op hun terrein een tweede huisje gebouwd dat soms dienst doet als inspirerend gastenverblijf voor schrijvers, schilders en musici. Op een dag besluit M om het gastenhuisje aan schilder L aan te bieden omdat ze vermoedt dat hij onder de indruk zal zijn van het paradijselijke maar ook desolate gebied waar ze woont. Daarnaast is het overduidelijk dat ze graag binnen het aura van een gevierd kunstenaar wil vertoeven. Ze verheugt zich op diepgaande gesprekken over kunst en literatuur en fantaseert over de aandacht die ze van L zal krijgen tijdens diens verblijf. L reageert direct enthousiast en kondigt aan snel te willen komen. M en Tony doen veel moeite om het huisje in gereedheid te brengen, maar L annuleert het verblijf op het laatste moment. M reageert haar frustratie daarover af op Tony. 

Irritatie

Een jaar later blijkt L alsnog te willen komen, wederom tot grote vreugde van M. De lezer voelt inmiddels wel aan dat de verwachtingen van M veel te hooggespannen zijn. Justine, M’s dochter, woont inmiddels met haar vriend Kurt in het gastenhuisje. Zij moeten plaats maken voor L, die tot grote teleurstelling van M arriveert met een ‘verblindend mooi wezen van ergens achter in de twintig, een vrouw die met haar zelfverzekerde, modieuze verschijning detoneerde in deze omgeving en die me haar gelakte vingertoppen toestak alsof we elkaar niet ontmoetten in een uithoek van de wereld maar op een cocktailparty aan Fifth Avenue!’ Dat Cusk haar personages krachtig en beeldend weet neer te zetten moge duidelijk zijn.
Aan het gezelschap van vriendin Brett went iedereen snel, maar L wordt al snel een bron van irritatie, niet in de laatste plaats voor M. Hij kondigt aan het portretschilderen ter hand te nemen, maar alhoewel M op allerlei manieren laat merken dat ze graag als model in aanmerking komt (en zelfs vindt dat ze daar als gastvrouw alle recht op heeft) kiest hij op het pesterige af steeds voor anderen. Wanneer M na lang aandringen uiteindelijk aan de beurt is en zich nota bene in haar trouwjurk naar het gastenverblijf haast, is er inmiddels al zo veel voorgevallen dat zelfs voor de aimabele Tony de maat vol is. Het portret dat uiteindelijk dan toch tot stand komt is ook nog eens verre van flatteus.
Ondertussen legt Kurt, de schoonzoon van M, zich in de inspirerende aanwezigheid van zijn schrijvende schoonmoeder en kunstenaar L toe op het schrijven van een roman. Tijdens wat bedoeld was als een gezellig avondje leest hij zijn tot dan toe geschreven werk (een centimeters dikke stapel papier) integraal voor, gekleed in een zwartfluwelen housecoat. De scène vormt een humoristisch hoogtepunt in het boek, maar laat ook de angst zien van iedere kunstenaar die zijn werk aan de wereld toont.

Slang

Bij monde van M worden het uiterlijk en karakter van alle personages op minutieuze wijze weergegeven. Als lezer krijg je het gevoel dat je de personages zou kunnen herkennen op straat. De onderlinge verhoudingen tussen de verschillende bewoners en gasten van de uithoek komen steeds meer op scherp te staan. M vormt daarbij haar eigen blinde vlek. Ze ziet dat L ongelukkig, humeurig of veeleisend is en bedenkt daar in haar ogen plausibele verklaringen voor. Zelf blijkt M vooral bang dat mensen niet van haar houden. Interessant zijn haar gedachten over ouderschap (‘voor de meeste mensen komt het ouderschap het dichtst bij de gelegenheid om tirannie uit te oefenen’), over taal versus beeld en over kunst die ‘een slang was die in ons oor fluistert’. Het beeld van een slang komt verderop in het boek nog een paar keer terug; het is duidelijk dat de roman op meer niveaus te lezen is. Cusk heeft genoeg puzzelstukjes gebruikt om de lezer in dat opzicht langdurig geboeid te houden. 

Een zoektocht om het onwerkelijke te vangen

Al met al schreef Cusk met De tweede plaats opnieuw een interessant boek dat meer dan genoeg stof tot nadenken geeft. Omdat M zich richt tot Jeffers, voelt het bij vlagen wat voyeuristisch om haar leven te volgen. Vanwege de weinig kritische houding van M concludeert de lezer soms vroegtijdig dat zaken uit de hand gaan lopen en dat de dreigende apotheose met rasse schreden naderbij komt. De vooruitwijzingen die M af en toe hanteert (‘Had ik maar beter opgelet tijdens de periode die ik je beschrijf, Jeffers, …’), zorgen ervoor dat de spanning goed opgebouwd wordt. Tussen de verhaallijn door onderzoekt Cusk de wat abstracte stelling dat kunst ons zowel kan redden als vernietigen, terwijl de menselijke ziel worstelt met duistere demonen. Dat doet ze niet alleen in theoretische zin; voor enkele personages wordt de reddende dan wel vernietigende kracht van kunst werkelijkheid. Ze concludeert ten slotte dat ware kunst een zoektocht betekent om het onwerkelijke te vangen. 

 

Omslag De tweede plaats - Rachel Cusk
De tweede plaats
Rachel Cusk
Vertaling door: Marijke Versluys
Oorspronkelijke titel: Second place
Verschenen bij: De Bezige Bij
ISBN: 9789403131016
192 pagina's
Prijs: € 20,99

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Helena van Dijk:

Recent

30 september 2023

Als je stem je wapen is

Over 'The hate you give' van Angie Thomas
28 september 2023

Een uitdaging

Over 'Eenling zijn. Een filosofische uitdaging' van Rüdiger Safranski
26 september 2023

Facsinerende zoektocht van jonge vrouw

Over 'Het kunstzijden meisje' van Irmgard Keun
25 september 2023

‘Liegen is de laatste brug naar redding zonder hoop'

Over 'Ten oosten van de Middellandse Zee ' van Abdelrahman Munif
23 september 2023

333 gebruiksaanwijzingen bij jezelf

Over 'Heel de wereld wordt wakker' van Jaap Robben

Verwant