Met zijn nieuwe boek Zonder de top te bereiken pakt Paolo Cognetti de draad op van zijn roman De acht bergen, waarmee hij in 2017 internationaal is doorgebroken. Niet dat dit boek een rechtstreekse voortzetting is van de reis van de twee vrienden Pietro en Bruno door Nepal, maar thematisch sluit het er naadloos op aan. Ook in dit boek stelt hij zich vragen als ‘wat betekent vriendschap’ ‘wat is eenzaamheid’ en ‘waarin schuilt levensgeluk’ Maar hier is het Cognetti zelf die met deze vragen worstelt, zonder een romanpersonage als intermediair. Misschien dat het daarom lijkt alsof hij dichtbij een bevredigend antwoord komt.
Het kristallen klooster
Deze autobiografische roman beschrijft een trektocht door het Himalaya gebergte in Dolpo, een regio in Nepal, grenzend aan China. Paolo Cognetti, die sinds een jaar of tien teruggetrokken leeft in een dorpje in het Aosta-dal in Noord-Italië en zich voornamelijk aan zijn schrijverschap wijdt, weet twee vrienden, Nicola en Remigio, te bewegen om mee te gaan. Zij zullen gedurende de reis, ieder op hun eigen manier, een klankbord vormen voor Cognetti in zijn zoektocht naar inzicht. Zij gaan op pad met een zevenenveertig- koppige karavaan, inclusief keukenploeg, gidsen, dragers, muildieren en een tiental Westerse toeristen. De rondreis van zo’n vijfhonderd kilometer voert door het Himalaya gebergte met als uiterste punt en hoofddoel van de expeditie de Shey Gompa, het kristallen klooster, dat het laatste overblijfsel van het oude, verdwenen Tibet zou zijn. Tijdens de veeleisende tocht wordt Cognetti regelmatig gekweld door de hoogtedemon, zoals hij zijn hoogteziekte noemt en die hem boven de 3000 meter zwaar op de proef stelt. Maar ook zijn grote gevoeligheid voor het niet tastbare houdt hem in zijn greep.
De Sneeuwluipaard
Zo is er Peter Matthiessen, voor Cognetti een soort spirituele leider. Matthiessen schreef in 1978 zijn bestseller De Sneeuwluipaard naar aanleiding van een expeditie die hij samen met een bevriende bioloog ondernam om de hoog in de Himalaya levende bharal, de blauwschaap, te bestuderen. Hij beschrijft de reis als een ‘pelgrimstocht naar de laatst overgebleven enclave van pure Tibetaanse cultuur op aarde’, precies datgene wat Cognetti fascineert en hem tot zijn reis geïnspireerd heeft. Matthiessen wordt voor hem de belangrijkste reisgenoot, al heeft hij hem nooit ontmoet. Hij leest en herleest diens boek als een reisgids voor zijn eigen leven en inspireert zijn eigen notitieboek met kaarten, tekeningen en dagboek op dat van zijn inspirator.
Het ongrijpbare en onbepaalde is misschien wel het hoofdthema van dit boek. Uit alles om hem heen maakt Cognetti op dat niets vast ligt, alles in beweging is, voorbij gaat en dus vluchtig is. De eeuwenoude bergen van Dolpo ontstijgen tijd en ruimte. De sneeuwluipaard, een solitair en mysterieus dier, staat soms voor het boek van Peter Matthiessen, dan weer voor de auteur zelf, hoewel deze zich evengoed kan openbaren in de zwerfhond Kanji, die zich bij de karavaan aansluit. De Nepalezen begrijpen niets van ‘die vreemde, geconcentreerde, dik ingepakte, met uitrusting beladen wezens die ervoor betaalden om zwoegend te voet [hun] land te doorkruisen’. Zij glimlachen en lijken hun lot te aanvaarden, zonder hogere doelen te willen bereiken. Dat maakt ze wederom ondoordringbaar voor de Westerlingen. Er schuilt een diepe melancholie in het ongrijpbare.
In het lopen zelf ligt de essentie
Cognetti beseft dat in het accepteren van deze ongrijpbaarheid juist de diepe wijsheid ligt waarnaar hij op zoek is. Niet het bereiken van een doel – of, letterlijker, van een top – brengt geluk, maar de (wandel)tocht ernaar toe. In het lopen zelf ligt de essentie van het bestaan. De westerse zienswijze staat tegenover de boeddhistische met illustratieve tegenstellingen als bergtop bedwingen – door bergen wandelen, alpinist – reiziger, winnen -verliezen, vinden – zoeken. Raadsels als “hoe klinkt één klappende hand? ” behoeven geen antwoord, maar nodigen uit tot meditatie.
De pelgrims naar de Gompa van Shey, het belangrijkste klooster en spirituele centrum van Dolpo lopen met de wijzers van de klok de rituele kora rondom de Kristalberg . Door deze cirkelende beweging, vol aandacht voor het moment, bereiken ze een versmelting met de omgeving en een gevoel van puurheid. Dat geldt ook voor de reiziger die met het stijgen en dalen tijdens zijn bergtocht en ‘zonder de top te bereiken’ doordringt tot een diepere waarheid, dichter bij levensgeluk.
Gelukkig zijn omdat je geen keus hebt
Paolo Cognetti heeft de neiging om stilistisch erg volledig te willen zijn, waardoor zijn proza soms aan vaart en helderheid verliest. Inhoudelijk echter weet hij de essentie van zijn verhaal pakkend over te brengen. En die is zeer de moeite waard.
Zodra de daling inzet en daarmee de puurheid van de bergen en helderheid van denken verlaten wordt, vertroebelt alles, de kracht ebt weg en de betovering is verbroken. Dat is ook het moment waarop er bij de lezer een gevoel van heimwee opkomt. Heimwee naar een avontuur dat op zijn einde loopt, heimwee krijgt naar het zojuist gelezen boek. De schrijver raakt een herkenbare snaar en slaagt erin te ontroeren.