Van zijn vader leerde P.F. Thomése dat mensen door verhalen aan elkaar verbonden zijn, en dat we loze eindjes worden als we niet doorvertellen. De schrijver noemt zich een erfgenaam van verhalen. Nu zijn beide ouders dood en al begraven zijn, reconstrueert hij in Vaderliefde de familiegeschiedenis.
Net als met Schaduwkind uit 2002, over zijn gestorven dochtertje, begeeft Thomése zich dus in het genre van de literaire biografie. Achterin het boek staan de stambomen van zowel vaders- als moederszijde: de ene reikt zes en de andere vier generaties terug. Vaderliefde wordt echter niet chronologisch maar eerder per onderwerp verteld, in zeven hoofdstukken. Dit geeft ruimte voor inhoudelijke overpeinzingen. Wel blijkt het in de lopende tekst lastig om de familieleden altijd te onderscheiden; je weet soms niet meer welk karakter bij welk verhaal hoort.
De auteur schrijft heel eerlijk over de moeizame relatie met zijn ouders. ‘Het liefst zou ik mijn moeder negeren’. Maar wanneer hij zich ertoe zet, haalt hij juist postuum kanten van haar naar boven die voorheen een gesloten boek bleven. De moederfiguur, bij leven een raadselachtige schim die nooit over gevoelens sprak, treedt in Vaderliefde meer uit de schaduw. Het zwaartepunt van de familiebiografie ligt echter bij de vader, die een onvervuld leven leidde en vroeg overleed. Over hem schrijft P.F. Thomése met meer mededogen. Ook hun relatie was moeizaam (‘Ik heb nooit goed met hem kunnen praten’). Aan zijn vaders sterfbed doen beiden een uiterste, slechts halfgelukte poging elkaar te bereiken. Het is een van de meest intieme passages van het boek, te vinden in het laatste hoofdstuk.
Ondanks de persoonlijke aard van het vertelde, blijft de tekst op twee manieren afstandelijk. Allereerst is er de licht ironische en zelfrelativerende toon, die past bij de bezadigde schrijver maar minder bij de ‘nagelaten zoon’. Daarnaast maakt het vocabulaire dat Thomése inzet geregeld een behaagzieke indruk. Formuleringen als ‘funeraire vaklieden’, ‘meticuleus documentalist’ of ‘houriachtige dooreenkroelen’, het is allemaal wat dik aangezet. Of ‘verzwolgen door de golven van de tijd, aangespoeld op het strand van de herinnering’, dat soort zinnen.
Als memoires van een familie is Vaderliefde op veel fronten geslaagd. Het tijdsbeeld van de jaren rondom de Tweede Wereldoorlog, de uitwerking van de vader- en moederfiguur, dit komt allemaal goed uit de verf, en dan zijn er nog de kleurrijke ooms en vreemde tantes. Over de gehanteerde stijl valt te discussiëren. P.F. Thomése lijkt zich soms te verschuilen achter het gereedschap van zijn taal. Dit levert in zekere zin vakwerk op maar het komt de waarachtigheid niet altijd ten goede.
2 reacties
Goed stuk, lekker kort.
Prima recensie. Niet te lang en niet te kort. De slotzinnen zijn – gezien mijn ervaringen met andere boeken van de auteur zeer treffend.