Onno Blom – De jonge Rembrandt

Biografie aan de hand van schaarse bronnen

Recensie door Els van Swol

Op de achterflap van de biografie De jonge Rembrandt staat, ‘Onno Blom, gelauwerd biograaf’. Waarbij de uitgever ongetwijfeld met dat gelauwerd Bloms biografie van Jan Wolkers (Het litteken van de dood) bedoelt, al ging zijn promotie daarop niet zonder slag of stoot. De vraag is dan ook hoe hij het er met betrekking tot Rembrandt vanaf heeft gebracht. Tekenend is het wel dat Blom zijn proloog begint met het woordje ‘ik’:  ‘Ik trok de deur achter me dicht en wandelde de stad in’, in dit geval Leiden, de woonplaats van Blom en geboortestad van Rembrandt. Of zoals de auteur schrijft: ‘Ik had het gevoel of ik bij hem naar binnen keek. Alsof niet alleen zijn leven als een film voorbij trok, maar ook dat van mezelf’.

Intiem en wereldwijs

Onno Blom begint zijn biografie met historische gegevens over Leiden, om te kunnen concluderen dat de stad waarin de schilder werd geboren ‘intiem en wereldwijs’ was. Daar past het beeld bij van een jongetje dat ‘eindeloos krijttekeningen zal hebben zitten maken bij het laatste licht van de walmende olielamp’. Het is mooi verwoord, maar net zo speculatief als de zin ‘De spiegeling van de zon in de Rijn, dat was het eerste licht dat de ogen van Rembrandt moeten hebben gevangen’. Het verhaal in Leiden moet immers kloppen. Als er had gestaan: ‘De spiegeling van de zon in de ogen van Rembrandts moeder’, Cornelia Willemsdr van Zuytbroeck, had het echter ook geklopt. Niet zozeer met twee respectievelijke schilderijen uit de vroege periode van de Leidenaar, maar als kenmerk van het werk van de barokschilder in het algemeen.

Hier en daar nuanceert Blom zijn eigen beweringen: ‘Rembrandt hield van honden. In elk geval hield hij ervan ze te tekenen, etsen en schilderen’ staat er dan bijvoorbeeld. Dat laatste valt te bewijzen, het eerste niet.
Als hij al te enthousiast wordt, bijvoorbeeld ten aanzien van de volumen inscriptionem uit 1622 (inschrijvingslijst van de Leidse Academie), waar in 2019 Rembrandts naam op werd teruggevonden, wordt zijn schrijfstijl wat slordig. Of er sluipt wat goedkope humor in het verhaal; wanneer in het verlengde van de in vuur en vlam staande onderwereld – geschilderd door Rembrandts eerste leermeester Jacob Isaacz van Swanenburg – wordt gesproken over het chiaroscuro dat Van Swanenburg in Napels zag bij Caravaggio, waarover hij ‘ongetwijfeld’ (!) had verteld, en dat wordt omschreven ‘als de vonk in een kruitvat’.

Schaarse bronnen

Aanmerkelijk sterker is het hoofdstuk waarin Blom Rembrandts vroege Amsterdamse werk vergelijkt met dat van zijn latere leermeester Pieter Lastman. Hier toont hij ook bescheidenheid, als hij tal van interpretaties van Het Leids historiestuk (1626) de revue laat passeren en concludeert dat hij niet zou durven zeggen welke de juiste is. ‘De kunsthistorici durven het wel, maar die spreken elkaar dus tegen.’ Hier laat Blom de schilderijen van leermeester en leerling zelf spreken en passen de vraagtekens die hij erbij zet.

Blom weet deze biografie goed op te bouwen op grond van enkele schaarse bronnen, veel fantasie en een literaire schrijfstijl. Het is nog net geen spel met echt en nep, zoals Ilja Leonard Pfeijffer dat rond de laatste drie schilderijen van Caravaggio doet in zijn roman Grand Hotel Europa. Wel zijn er overeenkomsten: de woorden ‘misschien’ en ‘heel wel mogelijk’ komen in beide boeken opvallend vaak voor. Het verhaal over Caravaggio’s laatste werken – dat ook in de biografie van Rembrandt wordt genoemd – is bij Pfeijffer verwerkt in een roman die heel Europa beslaat; het leven van Rembrandt als biografie is beperkt tot Leiden, met een uitstapje naar Amsterdam. Dan zijn er de vele herhalingen, bij Pfeijffer tot vervelens toe over onder meer het reukwater dat hij gebruikt, in beide boeken. Ook hanteert Pfeiffer eenzelfde soort humor: Venetië is een zinkende stad, die ‘geen alternatieve economie meer [heeft] waarmee de stad drijvend kan worden gehouden’.

Ondanks de vele speculaties over Rembrandts leven in deze biografie zou het niet verbazen als de vlot lezende en verzorgde uitgave van De jonge Rembrandt met zijn vele kleurenafbeeldingen niet ook voor een of meer prijzen wordt genomineerd. Zoals de roman van Pfeijffer genomineerd werd voor de Libris Literatuur Prijs  en de NS Publieksprijs 2019.

 

Omslag De jonge Rembrandt - Onno Blom
De jonge Rembrandt
Onno Blom
Een biografie
Verschenen bij: De Bezige Bij (2019)
ISBN: 9789403167503
278 pagina's
Prijs: € 29,99

1 reactie

  • Arjan Krijgsman schreef:

    Een veel betere titel zou zijn geweest: De wereld van de jonge Rembrandt.





 

Meer van Els van Swol:

Spooksels

Over 'Het huwelijksportret' van Maggie O'Farrell

Recent

16 maart 2023

Diepzinnigheid in weerbarstige verhalen

Over 'Kilometer 101' van Maxim Osipov
14 maart 2023

Gümüşay wil geen intellectuele poetsvrouw meer zijn

Over 'Spreken en zijn ' van Kübra Gümüşay
13 maart 2023

Grappen maken behoort tot de essentie van de Egyptische cultuur

Over 'Bier in de snookerclub' van Waguih Ghali

Verwant